De bekendste middeleeuwse graaf heet
Floris V. Op zijn tweede erft hij al de
gewesten Holland en
Zeeland. Floris V is een graaf, waardoor zijn gewesten ook wel
graafschappen heten. Zijn bijnaam is '
der keerlen god' (god van de kerels, van de gewone man). Hij helpt namelijk vaak 'het gewone volk' (bv de boeren) in de strijd tegen de edelen. Ook bouwt Floris V de Ridderzaal, het Binnenhof (Den Haag) en het Muiderslot.
Floris V en andere hoge edelen kunnen aan dorpen stadsrechten verkopen. Een dorp wordt dan een echte stad, waardoor de stad zelf meer dingen kan regelen. Voorbeelden van privileges (voorrrechten) zijn eigen wetten (keuren) maken waar je je aan moet houden (anders lijfstraffen), rechtspraak, recht om een (jaar)markt te houden, recht om stadsmuren te bouwen, recht om een eigen munt te slaan, enz. Zo geeft Floris V in 1275 Amsterdam stadsrechten, maar Dordrecht is de eerste (1220).
De grote plaatsen Den Haag en Apeldoorn hebben nooit stadsrechten gekregen en zijn dus officieel geen stad. Maar de plaats Sloten (760 inwoners) in Friesland is wel weer een stad.
Een man in een stad wordt een burger als hij 1 jaar + 1 dag in de stad woont, een beroep heeft en een geldbedrag betaalt. Gevolg: de burgerij (stedelingen) neemt toe en de horigheid (boeren) neemt af. Oh ja, vrouwen kunnen geen burger worden.
De macht in de stad hebben rijke families. Uit deze families komen ook schepenen, mensen die de stad besturen + rust en orde handhaven. Een groep stadsbestuurders zitten samen in de schepenbank die vanuit het Raadhuis zijn werk deed. De schepenbank wordt gecontroleerd en geadvieerd door de Vroedschap, een groep wijze (aanzienlijke) mannen.