VWO 4 Foutieve samentrekking

1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

korte herhaling samentrekking
Als in een zin bepaalde woorden herhaald worden, mag je die woorden in sommige gevallen een van beide keren weglaten.



Slide 2 - Tekstslide

Voorwaarden

1. De betekenis van de woorden is hetzelfde
2. De vorm (bijvoorbeeld enkelvoud/meervoud)
    is hetzelfde.
3. De grammaticale functie (onderwerp, lijdend voorwerp enz.) 
     is hetzelfde.
4. De plaats van de weggelaten woorden ten opzichte van de            persoonsvorm is hetzelfde.


Slide 3 - Tekstslide

Hoe ga je te werk?
1. Bepaal eerst welke woorden zijn weggelaten.

voorbeeld:
Komende nacht is er vrijwel geen bewolking en uitzonderlijk hoge minimumtemperaturen.

Slide 4 - Tekstslide

Komende nacht is er vrijwel geen bewolking en uitzonderlijk hoge minimumtemperaturen.

Slide 5 - Open vraag

2. Bepaal dan of de weggelaten woorden aan          alle vier de voorwaarden voldoen.

Slide 6 - Tekstslide

- Komende nacht 
(zelfde betekenis, zelfde grammaticale functie, zelfde getal, zelfde postie ten opzichte van de pv).
 Samentrekking is goed.

- is + er 
(getal komt niet overeen, dus foutieve samentrekking)

Slide 7 - Tekstslide

Op 15 december is de bibliotheek geheel opnieuw ingericht en opent dan haar deuren weer voor het Zwolse publiek.

Welke woorden zijn weggelaten?

Slide 8 - Tekstslide

Op 15 december is de bibliotheek geheel opnieuw ingericht en opent dan haar deuren weer voor het Zwolse publiek.

Slide 9 - Open vraag

Op 15 december is de bibliotheek  opnieuw ingericht en
 [de bibliotheek] opent dan haar deuren weer voor het publiek.


1. betekenis is hetzelfde
2. getal is hetzelfde
3. grammaticale functie is bij beide het onderwerp

eerste deel:  is (pv) de bibliotheek (ow)
tweede deel: de bibliotheek (ow) opent

Slide 10 - Tekstslide

Welke woorden zijn weggelaten?

Het kerstreces begint op 22 december en brengen de ministers in het buitenland door.

Slide 11 - Tekstslide

Het kerstreces begint op 22 december en brengen de ministers in het buitenland door.

Slide 12 - Open vraag

Het kerstreces begint op 22 december en brengen de ministers in het buitenland door.
Weggelaten woorden: het kerstreces.

1. betekenis is hetzelfde.
2. getal is hetzelfde
3. grammaticale functie is anders!

eerste deel: onderwerp  - tweede deel: lijdend voorwerp

Slide 13 - Tekstslide

Welke woord is  weggelaten?
De bekende bokser hield op zijn boerderij drie paarden, maar absoluut niet van katten.

Slide 14 - Tekstslide

De bekende bokser hield op zijn boerderij drie paarden, maar absoluut niet van katten.

Slide 15 - Open vraag

De bekende bokser hield op zijn boerderij drie paarden, hield absoluut niet van katten.
Weggelaten woorden: de bekende bokser + hield

De bekende bokser 
- zelfde betekenis, getal, grammaticale functie (ow), plaats t.o.v 
   de pv.
hield 
(dieren houden en houden van hebben niet dezelfde betekenis.

Slide 16 - Tekstslide

Foutieve beknopte bijzin
Wat is een beknopte bijzin?

Dat is een bijzin zonder persoonsvorm of onderwerp.

Voorbeeld gewone bijzin (met pv en ow):
[Omdat ze (ow)  bij de WK wilden (pv)  pieken], namen de veldrijders (ow) de laatste dag wat gas terug.


Slide 17 - Tekstslide

Voorbeeld beknopte bijzin
[Om bij de WK te pieken] (beknopte bijzin), namen de veldrijders (ow) de laatste dag wat gas terug.

Deze beknopte bijzin is goed, want het 'denkbeeldige' onderwerp komt overeen met die van de hoofdzin.

(de veldrijders)

Slide 18 - Tekstslide

Drie soorten beknopte bijzinnen

1.  met een voltooid deelwoord
2. met een onvoltooid deelwoord
3. Met te + infinitief

Slide 19 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
[Na schipbreuk op het eiland aangespoeld] werd Robinson (ow) gevonden door een inboorling.

'denkbeeldige' ow is Robinson, dus correct

Slide 20 - Tekstslide

onvoltooid deelwoord
[Zwervend door Spanje], ontmoette Bart zijn grote liefde.


Het 'denkbeeldige'  ow is gelijk aan Bart, dus de beknopte bijzin is juist.

Slide 21 - Tekstslide

te + infinitief
[Door veel te oefenen], haalde Marijke (ow) een geweldig cijfer.

Het 'denkbeeldige' onderwerp komt overeen met die van de hoofdzin.

Slide 22 - Tekstslide

Is de beknopte bijzin juist?

[Ondanks veel te hebben geoefend], vielen de cijfers van de studenten tegen.
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Is de beknopte bijzin juist?

[Wachtend op zijn vriendin] glimlachte Michel bij haar berichtje.
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Is de beknopte bijzin juist?

[Bij het theater aangekomen], bleken onze kaarten al te zijn opgehaald.
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Hoe verbeter je deze fout?
1. Maak van de beknopte bijzin een gewone 
   bijzin met een pv en ow.

2. Zet in de hoofdzin een onderwerp dat overeenkomt met het
    'denkbeeldige' ow van de beknopte bijzin.

Slide 26 - Tekstslide

Backpackend door Australië waren op Mary's blog haar ervaringen te lezen.

Slide 27 - Tekstslide

verbetering 1
Toen Mary backpackte door Australië waren op haar blog haar ervaringen te lezen.

Maak een gewone bijzin door een onderwerp en persoonsvorm toe te voegen.

Slide 28 - Tekstslide

Verbetering 2
Backpackend door Australië, deelde Mary haar ervaringen in haar blog

Pas het onderwerp van de hoofdzin aan, zodat deze gelijk is aan het 'denkbeeldige' onderwerp.

Slide 29 - Tekstslide

Zinnen onjuist begrenzen
Zinnen beginnen met een hoofdletter en eindigen met een punt (vraagteken, uitroepteken).

In samengestelde zinnen worden bijzinnen meestal van de hoofdzin gescheiden door een komma.

Slide 30 - Tekstslide

Twee soorten fouten bij de begrenzing van zinnen:


1.  Losstaand zinsgedeelte.
2. Zinnen worden ten onrechte samengevoegd.

Slide 31 - Tekstslide

1. losstaand zinsgedeelte
[Hoewel je van hulpverleners in oorlogsgebieden anders zou verwachten]. Is er meerdere keren seksueel wangedrag gerapporteerd.

Het eerste deel is een bijzin en die mag niet losstaan van de hoofdzin.

Slide 32 - Tekstslide

Verbetering
Hoewel je van hulpverleners in oorlogsgebieden anders zou verwachten, is er meerdere keren seksueel wangedrag gerapporteerd.

Slide 33 - Tekstslide

onderschikkende voegwoorden
zoals, als, doordat, nadat, omdat, terwijl, voordat, zodat, zodra, hoewel, waardoor.

Deze voegwoorden gaan vooraf aan een bijzin. 

Zet een komma voor deze onderschikkende voegwoorden. 

Slide 34 - Tekstslide

2. Zinnen ten onrechte samenvoegen.
Zelfstandige zinnen (hoofdzinnen) worden samengevoegd zonder verbindingswoord.

Slide 35 - Tekstslide

Veel studenten zijn niet blij met de verengelsing van de opleiding, ze denken dat de kwaliteit van de colleges eronder lijdt, volgens hen beheersen de docenten het Engels onvoldoende, daardoor vinden die het niet prettig om in het Engels les te geven.

Slide 36 - Tekstslide

Veel studenten zijn niet blij met de verengelsing van de opleiding, want ze vinden dat de kwaliteit van de colleges eronder lijdt. 

Volgens hen beheersen de docenten het Engels onvoldoende, waardoor die het niet prettig vinden om in het Engels les te geven.

Slide 37 - Tekstslide

Zo verbind je hoofdzinnen.
Twee hoofdzinnen kun je samenvoegen met nevenschikkende voegwoorden:
- en
-of
- maar   (zet een komma voor dit voegwoord)
- want   (zet een komma voor dit voegwoord)
- dus     (zet een komma voor dit voegwoord)


Slide 38 - Tekstslide

Hockey is een populaire sport en het aantal jeugdleden neemt toe.

Slide 39 - Tekstslide

geen verbindingswoord
Gebruik je geen verbindingswoord, zet dan een punt achter de eerste hoofzin en begin de volgende hoofdzin met een hoofdletter.


Slide 40 - Tekstslide

sterke samenhang (;)
Wanneer zinnen sterk samenhangen, kun je puntkomma (;) gebruiken.

Amsterdam trekt elk jaar veel toeristen; vooral de musea en de grachten vormen belangrijke attracties.


Slide 41 - Tekstslide

Toelichting (:)
Als de tweede zin een toelichting vormt bij de eerste, is ook een dubbele punt (:) mogelijk.

(Je kunt de dubbele punt vervangen door: komma + want)

Veel Nederlanders mijden Amsterdam in de vakantie: zij vinden het daar dan te druk.                                                  vakantie, want

Slide 42 - Tekstslide

Onjuiste Inversie
In de meeste gevallen staat het onderwerp voor de persoonsvorm
Wanneer het onderwerp achter de persoonsvorm staat, heet dat inversie.

Veel mensen  (ow) vinden de straf voor dit delict te laag.
De straf voor dit delict vinden veel mensen (ow) te laag.

Slide 43 - Tekstslide

Inversie samengestelde zin
Vroeger benoemde het staatshoofd de informateur en (vroeger) hield de Tweede Kamer zich afzijdig.

Je kunt in het tweede deel 'vroeger'weglaten.


Slide 44 - Tekstslide

Onjuiste inversie
Vroeger benoemde het staatshoofd de informateur, maar (---) gebeurt dat sinds 2012 door de Tweede Kamer.

De inversie is onjuist, omdat op de plaats van de streepjes niet 'vroeger' kan staan.

Slide 45 - Tekstslide

Verbeteringen
Vroeger benoemde het staatshoofd de informateur, maar 
dat gebeurt sinds 2012 door de Tweede Kamer.


Vroeger benoemde het staatshoofd de informateur, maar 
sinds 2012 gebeurt dat door de Tweede Kamer.

 

Slide 46 - Tekstslide

Vorig jaar begon de economie af te nemen en bereikte die een dieptepunt in 2020.
A
inversie juist
B
inversie onjuist

Slide 47 - Quizvraag

In Spanje hebben vakantiegangers vaak zon, maar hebben ze hier in Nederland vaak te maken met regen.
A
juiste inversie
B
onjuiste inversie

Slide 48 - Quizvraag

In Spanje hebben vakantiegangers vaak zon, maar hier in Nederland hebben ze vaak te maken met regen.
A
juist verbeterd
B
onjuist vebeterd

Slide 49 - Quizvraag

In Spanje hebben vakantiegangers vaak zon, maar ze hebben hier in Nederland vaak te maken met regen.
A
goed verbeterd, geen inversie.
B
onjuist verbeterd

Slide 50 - Quizvraag