Stelling, standpunt, argument

Betoog
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Betoog

Slide 1 - Tekstslide

Waarom oefenen we dit?
  • Goed kunnen beargumenteren waarom je iets vindt of doet.
  •  3F opdracht: eind mbo4=eind havo

Slide 2 - Tekstslide

Duurzaamheid

Slide 3 - Woordweb

Stelling
In een stelling wordt een uitspraak of bewering over een onderwerp gedaan
Voorbeeld:
 "Het koningshuis moet worden afgeschaft."

"Het is onethisch om dieren te doden voor voedselproductie.'"

Slide 4 - Tekstslide

Standpunt
Je geeft je mening over een stelling. Je geeft aan of je het ergens mee eens of oneens bent.
"Ik vind dat..."
"Naar mijn mening..."
"Ik ben van mening dat..."
"Hieruit kan geconcludeerd worden dat..."
"Volgens mij..."

Slide 5 - Tekstslide

Stelling of standpunt?
"Iedere student moet in Nederland gratis onderwijs kunnen volgen."
A
Stelling
B
Standpunt

Slide 6 - Quizvraag

Stelling of standpunt?
"Ik vind dat alle lessen op het Firda pas na 10 uur 's ochtends moeten beginnen."
A
Stelling
B
Standpunt

Slide 7 - Quizvraag

Argumenten
  • Om je standpunt te onderbouwen
  • Je publiek overtuigen van je gelijk 
  • Uitleggen waarom je het ergens mee eens of oneens bent.

  • 1. Feitelijk argument (objectief)
  • 2. Waarderend argument (subjectief)

Slide 8 - Tekstslide

"Ik vind dat we vandaag beter niet naar buiten kunnen gaan, want het is 2 graden onder nul."
A
Feitelijk argument
B
Waarderend argument

Slide 9 - Quizvraag

"Ik vind dat we vandaag beter niet naar buiten kunnen gaan, want het is koud."
A
Feitelijk argument
B
Waarderend argument

Slide 10 - Quizvraag

"Ik denk dat de overheid geld moet geven voor het goedkoper maken van duurzame materialen. Anders gaat toch niemand uit zichzelf verduurzamen?"
A
Feitelijk argument
B
Waarderend argument

Slide 11 - Quizvraag

"Naar mijn mening is het ontzettend belangrijk dat nieuwe meubels worden gemaakt van gerecyclede materialen. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat ruim 60% van de regenwouden gekapt worden voor het maken van meubels."
A
Feitelijk argument
B
Waarderend argument

Slide 12 - Quizvraag

"Ik denk dat er strengere regels moeten komen voor de productie van fast furniture. Veel meubels die bijvoorbeeld gemaakt zijn van spaanplaat gaan maar 7 jaar mee terwijl ze worden gebruikt in meubels die langer zouden moeten meegaan."
A
Feitelijk argument
B
Waarderend argument

Slide 13 - Quizvraag

"Ik denk dat er strengere regels moeten komen voor het gebruik van spaanplaat als materiaal in meubels, omdat het zonde is om materialen te gebruiken die snel beschadigd raken.
A
Feitelijk argument
B
Waarderend argument

Slide 14 - Quizvraag

  • Feitelijk argument: 
    - Feitelijke argumenten zijn controleerbaar
    - Het is pas een feit wanneer dit ook echt waar is.
    - Feitelijke argumenten kunnen dus waar of onwaar zijn! 
  • Waarderend argument
    - Bevat een waardeoordeel
    - bijv: iets is mooi, lelijk, gewenst of ongewenst
    - Kun je over van mening verschillen en moet dus goed onderbouwd worden.

Slide 15 - Tekstslide

Wat moet deze les af?
  • Samenvatting van minstens 1 artikel
  • Verwerk feitelijke en waarderende argumenten die bij jouw stelling passen.

Slide 16 - Tekstslide