§11.3 - Je lijkt op

Laptop op tafel, 
start Lesson-up
Werkboek op tafel

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Laptop op tafel, 
start Lesson-up
Werkboek op tafel

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
  • Herhaling 11.2
  • Kennis maken met begrippen en leerdoelen 11.3
Zorg dat je in les zit via de klassen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Hoeveel chromosomen zitten er in een bevruchte eicel van de mens?

Slide 4 - Open vraag

Een eicel geeft altijd een X of een Y-chromosoom door.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen de mitose en meiose.

Slide 6 - Open vraag

Leerdoelen 11.3
- Je kunt uitleggen hoe je aan een eigenschap komt die je ouders niet hebben.
- Je kunt genotypen noteren.
- Je kunt uitleggen wat een intermediaire kruising is en deze kruising noteren.

Iedereen maakt een begrippenlijst van 11.2

Keuze: Werkboekvragen 11.2 maken
Lessonup verder doorwerken en gedeelte maken.

Slide 7 - Tekstslide

Je kunt uitleggen hoe je aan een eigenschap komt die je ouders niet hebben.

Slide 8 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen genotype en fenotype?

Slide 9 - Open vraag

Homozygoot en heterozygoot
De ouders zijn heterozygoot, ze hebben twee verschillende genen voor haarkleur. Bruin haar is het dominante gen.

De jongen is homozygoot, hij heeft twee dezelfde genen voor haarkleur. Rood haar is het recessieve gen.


Slide 10 - Tekstslide

Hoe zijn de ouders van de jongen aan het gen voor rood haar gekomen?

Slide 11 - Open vraag

Homozygoot of heterozygoot, welk fenotype?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Je kunt genotypen noteren.

Slide 14 - Tekstslide

Genotypen noteren
Dominnant gen - hoofdletter
Recessief gen - kleine letter

AA = homozygoot dominnat
Aa = heterozygoot
aa = homozygoot recessief

Slide 15 - Tekstslide

Noteer voor elk gezinslid het genotype, gebruik de letter B en b.

Slide 16 - Open vraag

Je kunt uitleggen wat een intermediaire kruising is en deze kruising noteren.

Slide 17 - Tekstslide

Intermediaire eigenschappen
Een fenotype is intermediair als beide genen even sterk zijn. Er is geen dominant of recessief gen:

Slide 18 - Tekstslide

Werkboek vragen maken


3, 5, 7, 9 en 10

Kijk alle vragen goed na, vul je antwoorden (waar nodig) aan en verbeter je fouten.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video