Nederlands 3.1 Bijvoeglijke bijzin

Bijvoeglijke bijzin/bijvoeglijke bepaling
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Bijvoeglijke bijzin/bijvoeglijke bepaling

Slide 1 - Tekstslide

Stap 9: taalverzorging
(grammatica en spelling)


Wat weet je nog?
grammatica en spelling

Theorie: bijvoeglijke bepaling

Oefenen met de bijvoeglijke bijzin

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
Je kent een bijvoeglijke bepaling
Je kent de bijvoeglijke bijzin
Je kent het verschil tussen een beperkende bijvoeglijke bijzin en een uitbreidende bijvoeglijke bijzin.

Slide 3 - Tekstslide

Bijvoeglijke bepaling
Wat is de bijvoeglijke bepaling in de volgende zin:
Maarten heeft een nieuwe fiets gekregen.

Slide 4 - Tekstslide

Bijvoeglijke bepaling
Wat is de bijvoeglijke bepaling in de volgende zin:
Maarten heeft een nieuwe fiets gekregen.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een bijvoeglijke bepaling?

  1. Het geeft meer informatie over een zelfstandig naamwoord;
  2. Het is meestal een eigenschap of een toestand;
  3. Het is meestal een bijvoeglijk naamwoord of een bezittelijk voornaamwoord;
  4. Het is altijd onderdeel van een ander zinsdeel (en dus nooit een eigen zinsdeel)

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een bijvoeglijke bepaling?

  1. Het geeft meer informatie over een zelfstandig naamwoord;
  2. Het is meestal een eigenschap of een toestand;
  3. Het is meestal een bijvoeglijk naamwoord of een bezittelijk voornaamwoord;
  4. Het is altijd onderdeel van een ander zinsdeel (en dus nooit een eigen zinsdeel)
De hele klas luisterde geboeid naar de goede uitleg van de docent.

Mijn lessen deel ik met mijn fantastische leerlingen.

Slide 7 - Tekstslide

Bijvoeglijke bepaling als bijzin

Als de bijvoeglijke bepaling een eigen persoonsvorm heeft, noem je het een bijvoeglijke bijzin.

De leerling die daar zit, heeft zijn huiswerk foutloos gemaakt.

Door het coronavirus zag Antoinette haar zoon, die in Amerika woont, maar liefst 6 maanden niet.

Het boek dat daar ligt, is heel populair.

Slide 8 - Tekstslide

Bijvoeglijke bepaling als bijzin

Als de bijvoeglijke bepaling een eigen persoonsvorm heeft, noem je het een bijvoeglijke bijzin.

De leerling die daar zit, heeft zijn huiswerk foutloos gemaakt.

Door het coronavirus zag Antoinette haar zoon, die in Amerika woont, maar liefst 6 maanden niet.

Het boek dat daar ligt, is heel populair.
Wat valt op?

Bijvoeglijke bijzin begint in het Nederlands altijd met een betrekkelijk voornaamwoord 
(in tegenstelling tot het Engels: 
The man (that) I saw, is old / The man whose bike was stolen, went to the police)

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Beperkende bijvoeglijke bijzin

Er zijn meerdere subjecten, maar je zegt iets specifieks over een deel.

De leerlingen die nauwkeurig hun opdrachten maken, werken actief aan hun taalvaardigheid.


Uitbreidende bijvoeglijke bijzin

Slide 11 - Tekstslide

Beperkende bijvoeglijke bijzin

Er zijn meerdere subjecten, maar je zegt iets specifieks over een deel.

De leerlingen die nauwkeurig hun opdrachten maken, werken actief aan hun taalvaardigheid.

Een deel van de leerlingen werkt actief aan de taalvaardigheid. Andere leerlingen niet.
Uitbreidende bijvoeglijke bijzin

Slide 12 - Tekstslide

Beperkende bijvoeglijke bijzin

Er zijn meerdere subjecten, maar je zegt iets specifieks over een deel.

De leerlingen die nauwkeurig hun opdrachten maken, werken actief aan hun taalvaardigheid.

Een deel van de leerlingen werkt actief aan de taalvaardigheid. Andere leerlingen niet.
Uitbreidende bijvoeglijke bijzin

Je zegt twee dingen over hetzelfde subject / dezelfde subjecten.

De leerlingen, die nauwkeurig hun opdrachten maken, werken actief aan hun taalvaardigheid.

Slide 13 - Tekstslide

Beperkende bijvoeglijke bijzin

Er zijn meerdere subjecten, maar je zegt iets specifieks over een deel.

De leerlingen die nauwkeurig hun opdrachten maken, werken actief aan hun taalvaardigheid.

Een deel van de leerlingen werkt actief aan de taalvaardigheid. Andere leerlingen niet.
Uitbreidende bijvoeglijke bijzin

Je zegt twee dingen over hetzelfde subject / dezelfde subjecten.

De leerlingen, die nauwkeurig hun opdrachten maken, werken actief aan hun taalvaardigheid.

Alle leerlingen maken nauwkeurig hun opdrachten en werken zo allemaal actief aan taalvaardigheid.

Slide 14 - Tekstslide

Resumerend
Beperkend: je zegt iets over een deel van een groep. Je maakt de omschrijving nauwkeuriger. Alleen een komma na de bijvoeglijke bijzin.

Uitbreidend: je geeft extra informatie over het kernwoord. Dit is in principe weglaatbaar. Deze bijvoeglijke bijzin staat tussen twee komma's.

Slide 15 - Tekstslide

De actie die een succes werd, wordt volgend jaar herhaald.
A
beperkende bijvoeglijke bijzin
B
uitbreidende bijvoeglijke bijzin

Slide 16 - Quizvraag

beperkende bijvoeglijke bijzin
uitbreidende bijvoeglijke bijzin
De opdrachten die je nog niet helemaal begrijpt, kun je beter nog een keer herhalen.
Het nummer, dat op Spotify te beluisteren is, is mateloos populair onder jongeren.
De gemeente waarschuwt jongeren die zich niet houden aan de RIVM-maatregelen.
De Nederlandse journalisten die weigerden de verklaring te ondertekenen, mogen de prins niet interviewen.
Tijdens het onweer van gisteren is de eik, die er al twee eeuwen stond, gesneuveld.

Slide 17 - Sleepvraag

Deze week
Volg blok 4 in stap 9 (bijvoeglijke bepaling)
Herhaal je kennis over zinsdelen

Slide 18 - Tekstslide