In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Optellen en aftrekken tot 20
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoel
Aan het einde van de les kan je optellen en aftrekken tot 20.
Slide 2 - Tekstslide
Leg het leerdoel uit aan de studenten en vertel waarom het belangrijk is om deze vaardigheid te beheersen.
Wat weet je al over het optellen en aftrekken tot 20?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Wat zijn cijfers?
Cijfers zijn symbolen die worden gebruikt om hoeveelheden te representeren. Bijvoorbeeld: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19 en 20.
Slide 4 - Tekstslide
Introduceer de basis van cijfers en leg uit hoe ze worden gebruikt in optellen en aftrekken.
Optellen
Optellen is het samenvoegen van twee of meer getallen. Bijvoorbeeld: 3 + 4 = 7.
Slide 5 - Tekstslide
Laat enkele voorbeelden zien van optellen met cijfers tot 20.
Aftrekken
Aftrekken is het weghalen van een getal van een ander getal. Bijvoorbeeld: 9 - 5 = 4.
Slide 6 - Tekstslide
Laat enkele voorbeelden zien van aftrekken met cijfers tot 20.
Oefenen met optellen
3 + 5 = ___ 8 + 7 = ___ 2 + 9 = ___
Slide 7 - Tekstslide
Geef de studenten enkele optel oefeningen om te maken en controleer vervolgens hun antwoorden.
Oefenen met aftrekken
12 - 6 = ___ 19 - 8 = ___ 20 - 11 = ___
Slide 8 - Tekstslide
Geef de studenten enkele aftrek oefeningen om te maken en controleer vervolgens hun antwoorden.
Spelletje: Optellen en aftrekken
Speel samen met de studenten het spelletje 'optellen en aftrekken tot 20'. Geef de studenten een som en laat ze kiezen of ze willen optellen of aftrekken.
Slide 9 - Tekstslide
Leg het spelletje uit en geef de studenten de kans om te oefenen met hun nieuwe vaardigheden.
Conclusie
Je hebt geleerd hoe je kunt optellen en aftrekken tot 20. Blijf oefenen om je vaardigheden te verbeteren!
Slide 10 - Tekstslide
Herhaal het leerdoel en moedig de studenten aan om hun nieuwe vaardigheden te blijven oefenen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 11 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 12 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 13 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.