Les 2 - Cursus 7 Spelling §10 - Aanvoegende en gebiedende wijs + Engelse ww § 11
Les 2 - Cursus 7 Spelling §10 - Aanvoegende en gebiedende wijs + §11 Engelse werkwoorden
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2
In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Les 2 - Cursus 7 Spelling §10 - Aanvoegende en gebiedende wijs + §11 Engelse werkwoorden
Slide 1 - Tekstslide
Goedemorgen 2Vd
Pak je spullen alvast (boek/Nieuw Nederlands/pen+schrift) en ga lezen in je leesboek
timer
10:00
Slide 2 - Tekstslide
Week 36 - les 1
10 min lezen
Korte herhaling
Nakijken aanvoegende wijs en gebiedende wijs
oefen met opdracht 5
Uitleg §11 Engelse werkwoorden
Maken opdracht 1+2
Slide 3 - Tekstslide
Lesdoelen
Ik kan de aanvoegende en gebiedende wijs herkennen en er zinnen mee maken.
Ik kan werkwoorden die vanuit het Engelse komen vervoegen in het Nederlands.
Slide 4 - Tekstslide
Aanvoegende+gebiedende wijs
Wat weet je nog?
Schrijf 2 zinnen op in je schrift, één in aanvoegende wijs en één in gebiedende wijs. Wissel daarna uit met je buur en kijk of jullie het eens zijn of dat het aanvoegende of gebiedende zinnen zijn.
timer
2:00
Slide 5 - Tekstslide
Filmpje NN §10
Slide 6 - Tekstslide
Nakijken § 10 opdr. 1 t/m 3
timer
3:00
Slide 7 - Tekstslide
Nakijken § 10 opdr. 1 t/m 3
timer
1:30
Slide 8 - Tekstslide
Zelf oefenen
Wat: Lees de theorie op p. 260 door en maak daarna van cursus 7 § 10 aanvoegende en gebiedende wijs opdracht 5 Hoe:Individueel, op het blad dan is uitgedeeld.
Hulp:Theorie uit je boek, docent.
Tijd: 7 min.
Uitkomst:Geoefend met de verschillende wijzen van werkwoorden (aanvoegende en gebiedende wijs)
Klaar?
Lezen of ander huiswerk
timer
7:00
Slide 9 - Tekstslide
Werkwoordspelling in het kort
Slide 10 - Tekstslide
Persoonsvorm > T.T.
> V.T.
Geen persoonsvorm > voltooid deelwoord ('t Kofschip)
> bijvoeglijk naamwoord (zo kort mogelijk)
> onvoltooid deelwoord ( hele ww + -d)
> gebiedende wijs (ik-vorm)
1. Ik of jij/je erachter = ik-vorm
2. ev: jij/hij/zij/het = ik-vorm + t
3. mv: wij/jullie/zij = hele werkwoord
Sterke werkwoorden: veranderen van klank
Zwakke werkwoorden: ik-vorm + te(n)/de(n)
Slide 11 - Tekstslide
Theorie Engelse werkwoorden
Engelse werkwoorden (of eigenlijk: werkwoorden uit het Engels) vervoeg je op dezelfde manier als (andere) Nederlandse werkwoorden: Wie downloadt er nou nog? Lekker streamen!
Engelse werkwoorden zijn altijd zwak in het Nederlands (V.T. dus +te of +de -> 't exfokschaap
Slide 12 - Tekstslide
Theorie Engelse werkwoorden
Werkwoorden als saven, timen en daten behouden hun -e in de stam:
Anders klopt de uitspraak niet in het Nederlands.
Slide 13 - Tekstslide
Theorie Engelse werkwoorden
Werkwoorden met een dubbele medeklinker ‘vernederlandsen’ we, tenzij dat de uitspraak beïnvloedt:
Slide 14 - Tekstslide
Zelf oefenen
Wat: Lees de theorie op p. 262 van cursus 7 § 11 Engelse werkwoorden opdracht 1+2
Hoe:Individueel, opdracht 1 op het uitgedeelde blad en opdracht 2 in je schrift.
Hulp:Theorie uit je boek, docent.
Tijd:10 min.
Uitkomst:Geoefend met spelling van Engelse werkwoorden.
Klaar?
Lezen of ander huiswerk
timer
10:00
Slide 15 - Tekstslide
Nogmaals in het kort
aantonende, aanvoegende en gebiedende wijs
Slide 16 - Tekstslide
De verschillende wijzen
Er zijn drie verschillende wijzen waarin een werkwoord kan staan:
- De aantonende wijs (indicatief) geeft aan wat er gebeurt. De meeste zinnen staan in deze vorm;
- De aanvoegende wijs (conjunctief) geeft een wens aan. We schrijven hem als het hele werkwoord, maar zonder -n;
- De gebiedende wijs (imperatief) drukt een bevel uit; we schrijven hem meestal als de ik-vorm in de tegenwoordige tijd.
Slide 17 - Tekstslide
Volgende les
Leesboek mee!
Nakijken §10 opdr. 5 en opdr. §11 1+2 (niet af, dan huiswerk)