Herhaling en SO ww- spelling V2D - 02-04-2024


Nederlands 

Cursus 7 ww- spelling 
§10 t/m §14

Herhaling & SO
V2D
02-04-2024
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les


Nederlands 

Cursus 7 ww- spelling 
§10 t/m §14

Herhaling & SO
V2D
02-04-2024

Slide 1 - Tekstslide

Agenda
  • 9:50 - 10:05:    landen & 10 minuten lezen  
  • 10:05 - 10:20:  herhaling §10 t/m 14 
  • 10:20 - 10:30:  laatste vragen stellen     
  • 10:30 - 11:10:   SO §10 t/m 14

Slide 2 - Tekstslide


Eerst... 
lekker 10 minuten lezen! 
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Agenda
  • 9:50 - 10:05:    landen & 10 minuten lezen  
  • 10:05 - 10:20:  herhaling §10 t/m 14 
  • 10:20 - 10:30:  laatste vragen stellen     
  • 10:30 - 11:10:   SO §10 t/m 14

Slide 4 - Tekstslide

§10: aanvoegende, aantonende, gebiedende wijs
Boek: pagina 260

Aanvoegende wijs (conjunctief)
De conjunctief, of aanvoegende wijs, wordt gevormd door de -n van de infinitief weg te laten.
Voorbeelden: Leve de Koning! / Men neme twee eieren/ Zo waarlijk helpe mij God almachtig.
Het kan 
een wens (Het ga je goed!)
een aansporing (Gelieve voor de streep te wachten)
een toegeving (Ik heb de nota ingeleverd, zij het een uur te laat) 
of 
een gevoel van berusting (Het zij zo) uitdrukken.




Slide 5 - Tekstslide

§10: aanvoegende, aantonende, gebiedende wijs
Boek: pagina 260

Aantonende wijs
De aantonende wijs is de gewone spreek- en schrijftaal die we kennen als hij niet in de aanvoegende of gebiedende wijs staat.

Gebiedende wijs (imperatief)
De imperatief of gebiedende wijs wordt gebruikt om bevelen, aansporingen of verzoeken uit te drukken: ‘Kom binnen’, ‘Ga zitten’.
De gewone gebiedende wijs is gelijk aan de ik- vorm.
De enige uitzondering hierop is de gebiedende wijs van het werkwoord zijn, die wees is: ‘Wees maar niet bang.’
Bij werkwoorden als houden en rijden kan de d wegvallen: ‘Hou(d) je mond’, ‘Rij(d) voorzichtig’. 






Slide 6 - Tekstslide

§11: Engelse werkwoorden
- Spellen we op dezelfde manier als Nederlandse werkwoorden. 

- Engelse werkwoorden die eindigen op een dubbele medeklinker of op -e, behouden de dubbele medeklinker als het nodig is voor de uitspraak
Anders krijg je een enkele medeklinker

Dus: basketballen --> ik basketbal
          paintballen --> ik paintball

Slide 7 - Tekstslide

Bloggen
PV tegenwoordige tijd
Ik - vorm         (inf. -en)                                             blog
u/jij                   (ik- vorm + t)                                    blogt  
hij/ zij/ het      (ik- vorm + t)                                    blogt    
wij/jullie/ zij   (infinitief)                                         bloggen 

PV verleden tijd
Ik - vorm          (inf. -en --> laatste letter niet in het 't (e) x-f (o) ksch (aa)p  --> + DE)                blogde
                            (inf. -en --> laatste letter wel in het 't (e) x-f (o) ksch (aa)p --> + TE
u/jij/ hij/ zij/ het   (ik-vorm)                                                                                                                    blogde  
wij/jullie/ zij (ik-vorm + DEN of TEN)                                                                                                 blogden

Voltooid deelwoord                                                                                                                                   geblogd    

Slide 8 - Tekstslide

§12: PV in samengestelde zinnen  

Slide 9 - Tekstslide

§13 werkwoordtijden en werkwoordsvormen
o.t.t = ?
onvoltooid tegenwoordige tijd
v.t.t. = ?
voltooid tegenwoordige tijd
v.v.t. = ?
voltooid verleden tijd
o.v.t. = ?
onvoltooid verleden tijd

Slide 10 - Tekstslide

§13 werkwoordtijden en werkwoordsvormen
o.t.t.t. =?
onvoltooid tegenwoordig toekomende tijd
o.v.t.t =?
onvoltooid verleden toekomende tijd
v.t.t.t =?
voltooid tegenwoordig toekomende tijd
v.v.t.t. =? 
voltooid verleden toekomende tijd

Slide 11 - Tekstslide

§13: PV in samengestelde zinnen  
Welke vorm heeft het onderstreepte werkwoord?
Met een wandelende tak liet de bioloog het proefje zien.

infinitief =  wandelen
persoonsvorm tegenwoordige tijd = (de bioloog) wandelt
persoonsvorm verleden tijd = (de bioloog) wandelde 
gebiedende wijs = wandel
voltooid deelwoord = (heeft) gewandeld  
onvoltooid deelwoord = wandelend
bijvoeglijk naamwoord gemaakt van een voltooid deelwoord = gewandelde
bijvoeglijk naamwoord gemaakt van een onvoltooid deelwoord = wandelende

Slide 12 - Tekstslide

Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in; let op de spelling!
(laden) .... (pvvt) de vluchtelingen hun bezittingen op een aanhangwagen?

Slide 13 - Open vraag

Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in; let op de spelling!
Danny (ontbloten = pvvt) zijn armen en toonde op die (ontbloten = bn) arm zijn tattoo.

Slide 14 - Open vraag

Laden (pvtt) / Laadden (pvvt) de vluchtelingen hun bezittingen op een aanhangwagen?

Danny ontblootte (pvvt) zijn armen en toonde op die ontblote (bn) arm zijn tattoo.

Slide 15 - Tekstslide

Agenda
  • 9:50 - 10:05:    landen & 10 minuten lezen  
  • 10:05 - 10:20:  herhaling §10 t/m 14 
  • 10:20 - 10:30:  laatste vragen stellen     
  • 10:30 - 11:10:   SO §10 t/m 14

Slide 16 - Tekstslide

SO
  • Zet de tafeltjes in toets opstelling
  • Jullie krijgen 40 minuten voor het SO
  • Als je klaar bent, leg je het SO met de geschreven kant naar beneden en het antwoordenblad er bovenop
  • Als je klaar bent pak je zachtjes een leesboek of HW (geen telefoon of i-Pad)
timer
40:00

Slide 17 - Tekstslide