Theorie Dans P2. Les 1

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Theorie dans Les 8

Slide 2 - Tekstslide

Agenda vandaag!
Vloerpatronen
Formaties
Richtingen 
Ruimtelijke vormveranderingen

Slide 3 - Tekstslide

1. Terugblik periode 1
2. Vooruitblik periode 2

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Schrijf zoveel mogelijk begrippen op uit Periode 1
timer
3:00

Slide 6 - Tekstslide

    Gluren bij buren
Bekijk elkaars logboeknotities.

Vul aan wat jouw buurman heeft opgeschreven en jij niet (en andersom).
  • ...
  •  ...


Doel: Samen zorgen voor een completer overzicht!
timer
5:00

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

    Begrippen uit deze les
  • Vloerpatronen
  • Formaties
  • Richtingen
  • Ruimtelijke Vormverandering

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Wat zijn vloerpatronen?

Slide 11 - Tekstslide

Wat zijn vloerpatronen?
Vloerpatronen zijn de bewegingen of routes die dansers maken over de vloer tijdens een dans. Het zijn de lijnen of vormen die zichtbaar worden als je de stappen van de dansers volgt. Deze patronen kunnen simpel (zoals een rechte lijn) of complex (zoals een spiraal) zijn.

Het doel van vloerpatronen is om de dans interessanter te maken en om de choreografie beter te laten passen bij de muziek en de ruimte.

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeelden
Rechte lijn: De dansers bewegen in een rechte lijn naar voren of naar achteren.
Zigzag: De dansers bewegen in een patroon dat op een "Z" lijkt.
Cirkels: De dansers bewegen in een ronde vorm, met één of meerdere cirkels.
Vierkant: De dansers lopen een patroon in de vorm van een vierkant.
Spiraal: De dansers bewegen als een krul of schroefvorm naar binnen of buiten.
Kruis: De dansers bewegen in een patroon dat een kruis vormt (horizontaal en verticaal).
Diagonaal: De dansers bewegen in schuine lijnen over de vloer.

Slide 13 - Tekstslide

Formaties
Formaties in een groep bij dans verwijzen naar de opstelling van dansers op de vloer. Ze kunnen variëren van rechte lijnen en cirkels tot asymmetrische en creatieve vormen. Formaties helpen om visuele interesse te creëren en versterken de uitstraling van de choreografie. Ze veranderen vaak tijdens een dans om beweging, dynamiek en interactie tussen de dansers te laten zien.

Slide 14 - Tekstslide

Formaties!
X - | / = + O ^ S V 

Slide 15 - Tekstslide

Welke formaties én vloerpatronen zien we?

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Kun je een vloerpatroon beschrijven dat een verhaal of gevoel overbrengt? Hoe zou dit eruitzien als je het uitvoert?

Slide 18 - Tekstslide

Richtingen
Richtingen in dans verwijzen naar de verschillende kanten waarin een danser zich kan bewegen in de ruimte. Er zijn acht basisrichtingen: naar voren, naar achteren, naar links, naar rechts, en diagonaal naar de vier hoeken (linker voorhoek, rechter voorhoek, linker achterhoek, rechter achterhoek). 
Deze richtingen helpen dansers om de ruimte effectief te gebruiken en bewegingen dynamisch en interessant te maken. 

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht!
Kies een maatschappelijk thema via de NOS en ontwerp een choreografie!
Probeer te beschrijven wat de danser of dansers doen.
Gebruik dansacties, emoties, formaties en vloerpatronen in je antwoord.

Teken de patronen, beschrijf de dansacties en leg uit hoe deze de boodschap van jouw thema versterken.
timer
15:00

Slide 20 - Tekstslide

Teken mee!

Slide 21 - Tekstslide

Sta op en doe mee!

Slide 22 - Tekstslide

Ruimtelijke vormverandering in dans 

Dit gaat over hoe de vorm die een danser of groep dansers in de ruimte maakt, verandert tijdens het dansen. Het draait om hoe het lichaam of de groep beweegt en zich aanpast in de ruimte waar de dans plaatsvindt.

Slide 23 - Tekstslide

Op verschillende manieren..
Individuele vormverandering: Dit betreft hoe de danser zijn of haar lichaam in de ruimte vormt, zoals van een rechte lijn naar een gebogen houding, of van links naar rechts bewegen.

Groepsvormverandering: Dit omvat hoe de vorm van een groep dansers verandert, bijvoorbeeld van een cirkel naar een rechte lijn of een spiraal, en hoe zij zich in de ruimte verplaatsen.

Beweging door de ruimte: Dit verwijst naar hoe een danser of groep de ruimte gebruikt door zich in verschillende richtingen te bewegen, zoals horizontaal, verticaal of diagonaal.

Slide 24 - Tekstslide

Waarom?
Ruimtelijke vormverandering maakt de dans visueel interessanter en geeft de dans betekenis. Het laat zien hoe het lichaam reageert op de ruimte en hoe de ruimte wordt gebruikt om gevoelens of ideeën uit te drukken. Het houdt de dans dynamisch en levendig door voortdurend te veranderen, wat helpt om de aandacht van het publiek vast te houden.

Slide 25 - Tekstslide

Take-Away!
Noteer in je logboek wat je gedaan en geleerd hebt in deze les.

Slide 26 - Tekstslide