24 januari 2020

Welkom bij Nederlands!
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Theorie & quiz spelling
  • Maken oefeningen spelling
  • Leren toetsweek



Toets: spelling H1, H2, H3

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les..
- ...weet je wanneer de zelfstandige naamwoorden in het meervoud een -en, -s of 's krijgen

- ...kun je de meervouden op -iën, -ieën, -eeën of -ees en meervouden op -ici, -ums, of -e(a) op de juiste manier schrijven
   

Slide 3 - Tekstslide

Tussenletters
HERHALING

Klas 3

Slide 4 - Tekstslide

Welk woord is juist geschreven?
A
groentesoep
B
groentensoep
C
groentessoep

Slide 5 - Quizvraag

Welk woord is goed geschreven?
A
gedachtengang
B
gedachtesgang
C
gedachtegang

Slide 6 - Quizvraag

Welk woord is goed geschreven?
A
braamsap
B
bramensap
C
bramesap

Slide 7 - Quizvraag

Welk woord is goed geschreven?
A
lerarenkamer
B
lerarekamer

Slide 8 - Quizvraag

Welk woord is goed geschreven?
A
fietslot
B
fietsslot

Slide 9 - Quizvraag

Welk woord is goed geschreven?
A
tarwesbrood
B
tarwenbrood
C
tarwebrood

Slide 10 - Quizvraag

Welk woord is goed geschreven?
A
bessesap
B
bessensap

Slide 11 - Quizvraag

Meervoud van zelfstandig naamwoorden

Slide 12 - Tekstslide

meervoud op -s of -'s
Je schrijft -'s achter het znw als je het meervoud met een vaste  -s verkeerd kunt uitspreken. 

agenda-agenda's, taxi-taxi's
chimpansee-chimpansees, studie-studies

Slide 13 - Tekstslide


café
A
café
B
cafés
C
cafees

Slide 14 - Quizvraag


paraplu
A
parapluus
B
paraplu's
C
paraplus

Slide 15 - Quizvraag


auto's
A
auto's
B
autoos
C
autos

Slide 16 - Quizvraag


horloge
A
horloges
B
horloge's

Slide 17 - Quizvraag


accu
A
accuus
B
accu's
C
accus

Slide 18 - Quizvraag


actrice
A
actrices
B
actricees
C
actrice's

Slide 19 - Quizvraag


video
A
video's
B
videos
C
videoos

Slide 20 - Quizvraag

Klemtoon (accent) op laatste lettergreep: -ieën
kopie-kopieën

Klemtoon op andere lettergreep: - iën 
olie-oliën

Slide 21 - Tekstslide

industrie
A
industrieën
B
industriën

Slide 22 - Quizvraag

fobie
A
fobiën
B
fobieën

Slide 23 - Quizvraag

calorie
A
calorieën
B
caloriën

Slide 24 - Quizvraag

porie
A
poriën
B
porieën

Slide 25 - Quizvraag

theorie
A
theoriën
B
theorieën

Slide 26 - Quizvraag

bacterie
A
bacterieën
B
bacteriën

Slide 27 - Quizvraag

genie
A
genieën
B
geniën

Slide 28 - Quizvraag

kopie
A
kopieën
B
kopiën

Slide 29 - Quizvraag

melodie
A
melodieën
B
melodiën

Slide 30 - Quizvraag

Nog meer uitgangen:
- meervoud op -ee krijgen de uitgang -eeën of -ees
ideeën, dominees, zeeën, reeën, abonnees 
- meervoud op -ums of -e(a)
lyceum-lycea (of lyceums), podium-podia (podiums)
-meervoud op -ici
historicus-historici, technicus-technici, medicus-medici

Slide 31 - Tekstslide

maken
Lb blz. 104
Maken: 8 t/m 11

Leren proefwerk toetsweek!

Slide 32 - Tekstslide