HA - week 13 - Presenteren - les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1,2

Welkom!

Nederlands

Mevrouw Takken, TNL

[e-mail]

Ma, Di, wo, vrij

Let op: 

Doe mee met LessonUp
Zorg dat je de planning in de gaten houdt.

- Welkom terug

- Presenteren, waar moet je op letten?

- Zelf presenteren (oefenen)

- Wanneer ga je presenteren?

Doel:

- Je kunt zelf een goede indeling voor je presentatie maken.

- Je kunt zelfverzekerd voor de klas staan als je iets moet presenteren. 

Wat gaan we doen vandaag:

Presenteren

1. Een goede spreker geeft onderwerp en opbouw van de presentatie aan.

2. Een goede spreker geeft aan wanneer hij overgaat op een ander deel van zijn presentatie.

3. Een goede spreker gebruikt begrijpelijke woorden.

4. Een goede spreker spreekt rustig, duidelijk en geanimeerd.

5. Een goede spreker staat rechtop en maakt contact.

6. Een goede spreker maakt zo nu en dan een grapje.

Presenteren:

Opbouw:

Inleiding

Middenstuk

Slot

Presentatie maken:

Opbouw:

Inleiding

Laat zien waarover je het gaat hebben. 
- 'Mijn presentatie gaat over.... ' = vrij saai. Probeer eens iets opvallenders te proberen.

Vertel heel kort wat de luisteraar kan verwachten:

- ik neem jullie mee door dit boek door eerst de setting te vertellen, vervolgens neem ik de hoofdpersonen met jullie door en tot slot  laat ik zien waarom ik het zo'n goed boek vind. 

Presentatie maken

Opbouw:

Middenstuk:

- Hou je onderwerpen goed gescheiden;

- Vertel niets dubbel;

- Gebruik je presentatie alleen ter ondersteuning;

- Laat duidelijk zien dat je naar een volgend onderwerp gaat (maar val niet in herhaling). 

Presentatie maken:

Opbouw:

Slot

- Rond heel duidelijk af.

'dit was mijn presentatie' = afgezaagd, hoe kun je dit op een andere manier aanpakken?

- Geef je gelegenheid voor vragen?

Presentatie maken:

Zo bereid je een presentatie voor:

1. Kies een onderwerp dat je leuk vindt of waarvan je veel weet.

2. Maak een woordveld: noteer je onderwerp en schrijf eromheen allerlei woorden die met dat onderwerp te maken hebben.

- Kies minimaal drie punten waarover je meer wilt vertellen: dit zijn je deelonderwerpen.

3. Bepaal per deelonderwerp wat je wilt vertellen en zoek zo nodig extra informatie. 

- Zet de deelonderwerpen in steekwoorden op een spiekbriefje.Gebruik eventueel per deelonderwerp een klein kaartje.

4. Bedenk hoe je je presentatie wilt beginnen en afsluiten.  Denk na over een leuke introductie en een goede slotzin. Je kunt natuurlijk ook een diapresentatie maken (zie de paragraaf Schrijven van dit hoofdstuk).

5. Oefen je presentatie hardop.

Presentatie maken:

Zo bereid je een presentatie voor:

1. Kies een onderwerp dat je leuk vindt of waarvan je veel weet.

2. Maak een woordveld: noteer je onderwerp en schrijf eromheen allerlei woorden die met dat onderwerp te maken hebben.

- Kies minimaal drie punten waarover je meer wilt vertellen: dit zijn je deelonderwerpen

Jullie eigen presentatie:

- Favoriete boek (of je hele boekendoos)

- Hobby waar jij veel vanaf weet

- Vakantiebestemming/ soort vakantie. 

Ongeveer 5 minuten (dus moet je keuzes maken!)

Presentatie maken:

Wat:  Hoofdstuk 3 - Spreken

Opdracht 1 en 2

Wanneer: Deze les!!  (op school)

Op school: Oefen in 2/4-tallen opdracht 1 en 2;

Aan de slag

Thuis: Je gaat NU zelf het stappenplan volgen en je eigen presentatie voorbereiden. (kies een onderwerp, maak een woordweb, etc. Morgen in de les gaan we verder oefenen en kun je vragen stellen.

 

+ Afspraak wanneer je zelf gaat presenteren.