§40, 41, 42: Historische achtergrond, Fin de siècle, Impressionisme

H5 Rond 1900
  • §40 Historische achtergrond
  • §41 Fin de siècle
  • §42 Het impressionisme
  • Eerst terugblik eerdere hoofdstukken:
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

H5 Rond 1900
  • §40 Historische achtergrond
  • §41 Fin de siècle
  • §42 Het impressionisme
  • Eerst terugblik eerdere hoofdstukken:

Slide 1 - Tekstslide

Wie is dit?
A
Max Havelaar
B
Hildebrand
C
Multatuli
D
Eduard Douwes Dekker

Slide 2 - Quizvraag

"De ... prozaliteratuur is in essentie didactisch: literatuur was een middel om de lezer nieuwe - rationele - ideeën en opvattingen te bieden en de taal ervan is daarom duidelijk en zakelijk."
A
romantische
B
verlichte
C
rationele
D
classicistische

Slide 3 - Quizvraag

De ... zet zich af tegen rationalisme en classicisme van de verlichting; door de nadruk op de rede was het gevoel verwaarloosd.

Slide 4 - Open vraag

Duitse term die aangeeft hoezeer de romanticus lijdt onder de onvolmaaktheid van de wereld en het bestaan. Romantische droefgeestigheid, zwaarmoedigheid.
A
Weltschmerz
B
Sehnsucht

Slide 5 - Quizvraag

De romantiek ging over in het ... [stroming]

Slide 6 - Open vraag

40: Historische achtergrond (1875-1914)
  • 1875-1914: moderne Europa ontstaat (industrie, uitvindingen, moderne politieke stromingen)​
  • Economische bloei: kapitalisme​
  • Eerste sociale wetten​
  • Burgerij is bang voor socialisme (Marx, stakingen)



1

Slide 7 - Tekstslide

Fin de siècle (1875 - 1914)

 Fin de siècle (eind van de eeuw); een overgang tussen oude en nieuwe kunst.


Kunststromingen uit deze tijd:​


  • impressionisme​
  • naturalisme​
  • symbolisme​
  • neoromantiek




2

Slide 8 - Tekstslide

41: Fin de siècle
La belle époque

Slide 9 - Tekstslide

De mensen waren in verwarring eind negentiende eeuw
OORZAKEN
1) Socialisme
                  ----> burgerij



1

Slide 10 - Tekstslide

De mensen waren in verwarring eind negentiende eeuw
OORZAKEN

2) Wetenschappelijke ontwikkelingen

1859                                            1871                                       1885
2
Onrust!
Deze nieuwe ideëen over o.a. evolutie clashten met de bijbelse leer, niet iedereen was blij met deze theorie en was juist bang dat dit meer onrust zou brengen. 

Slide 11 - Tekstslide

Het 'Fin de siècle'-gevoel
  • Ambivalente houding (want: angst voor het nieuwe maar ook zelfvoldaanheid over wat er was ontdekt)

 ----> leidde tot escapisme (la belle époque)

 ----> In de kunst kwam dit tot uiting als estheticisme
(l'art pour l'art, kunst moet mooi zijn)

4

Slide 12 - Tekstslide

§42: Het impressionisme

Slide 13 - Tekstslide

De beeldende kunst
  • Een schilder probeert niet de werkelijkheid weer te geven, maar zijn impressie van de werkelijkheid. Het gaat om de sfeer.
1

Slide 14 - Tekstslide

Stroming #1
(Zie ME lijst)

Slide 15 - Tekstslide

Impressionisme in de literatuur
  • Vooral poëziestroming, maar ook te vinden in proza
  • Bepaalde stijlmiddelen, zoals:
Talrijke bepalingen (BN)​
Neologismen​
Beeldspraak​
Synesthesie​
Alliteraties​
Enjambementen​
Sonnet ​
(Vroeger woordkunst, nu vaak ‘schrijvertje’ spelen.)
Avond, Willem Kloos (42.2, p. 106 hb, p. 34 wb)







2

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Deze stroming gaat dus over vorm en niet over inhoud.

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag!

WB 40a, 43



Slide 19 - Tekstslide