§40, 41, 42: Historische achtergrond, Fin de siècle, Impressionisme

H5 Rond 1900
  • §40 Historische achtergrond
  • §41 Fin de siècle
  • §42 Het impressionisme
  • Eerst terugblik eerdere hoofdstukken:
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

H5 Rond 1900
  • §40 Historische achtergrond
  • §41 Fin de siècle
  • §42 Het impressionisme
  • Eerst terugblik eerdere hoofdstukken:

Slide 1 - Tekstslide

Multatuli is het pseudoniem van
A
Eduard Douwes Dekker
B
Ik heb veel gedragen / geleden
C
Max Havelaar

Slide 2 - Quizvraag

In het boek Max Havelaar zitten autobiografische elementen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Eduard Douwes Dekker
A
had financiële moeilijkheden
B
had gokschulden
C
had huwelijksproblemen
D
had een drugsverslaving

Slide 4 - Quizvraag

De Max Havelaar is geschreven in
A
± 1 dag
B
± 10 dagen
C
± 1 maand
D
±1 jaar

Slide 5 - Quizvraag

Op deze afbeelding staat Eduard Douwes Dekker.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Wie is dit?
A
Max Havelaar
B
Hildebrand
C
Multatuli
D
Eduard Douwes Dekker

Slide 7 - Quizvraag

"De ... prozaliteratuur is in essentie didactisch: literatuur was een middel om de lezer nieuwe - rationele - ideeën en opvattingen te bieden en de taal ervan is daarom duidelijk en zakelijk."
A
romantische
B
verlichte
C
rationele
D
classicistische

Slide 8 - Quizvraag

De ... zet zich af tegen rationalisme, classicisme, verlichting; door de nadruk op de rede was het gevoel verwaarloosd.

Slide 9 - Open vraag

Duitse term die aangeeft hoezeer de romanticus lijdt onder de onvolmaaktheid van de wereld en het bestaan. Romantische droefgeestigheid, zwaarmoedigheid.
A
Weltschmerz
B
Sehnsucht

Slide 10 - Quizvraag

De romantiek ging over in het ... [stroming]

Slide 11 - Open vraag

H5 Rond 1900
  • §40 Historische achtergrond
  • §41 Fin de siècle
  • §42 Het impressionisme
  • Eerst terugblik eerdere hoofdstukken:

Slide 12 - Tekstslide

40: Historische achtergrond (1875-1914)
De samenleving veranderde:
  1. Van agrarische staten naar industriestaten ;
  2. Techniek ontwikkelde zich steeds meer en veranderde het dagelijks leven
  3. Ontstaan sociale wetten (Kinderwetje van Van Houten van 1874, Arbeiderswet) en nieuwe politieke partijen (SDAP) en vakbonden (vakcentrales)




1

Slide 13 - Tekstslide

Sociale wetgeving
  • Opkomst sociale wetten
  • Vakbonden werden opgericht --> meer rechten voor werknemers
  • Stakingen
  • Onder invloed van Karl Marx 
Das Kapital
Karl Marx was een invloedrijke filosoof die met zijn werk Das Kapital een grote invloed had, schreef ook het Communistisch Manifest (samen met Friedrich Engels) en beïnvloedde hiermee de politiek. 

Slide 14 - Tekstslide

Fin de siècle (1875 - 1914)

= 'eind van de eeuw'


Overgangskunst tussen oud en nieuw

  • een soort afsluitende periode, waarin tegelijkertijd de kiemen van een nieuwe periode aanwezig zijn.
  • Verschillende kunststromingen: impressionisme, naturalisme, symbolisme en neoromantiek. 



2

Slide 15 - Tekstslide

41: Fin de siècle
La belle époque

Slide 16 - Tekstslide

De mensen waren in 'de war' eind negentiende eeuw
OORZAKEN
1) Socialisme
                  ----> burgerij



1

Slide 17 - Tekstslide

De mensen waren in 'de war' eind negentiende eeuw
OORZAKEN

2) Wetenschappelijke ontwikkelingen

1859                                            1871                                       1885
2
Onrust!
Deze nieuwe ideëen over o.a. evolutie clashten met de Bijbelse leer, niet iedereen was blij met deze theorie en was juist bang dat dit meer onrust zou brengen. 

Slide 18 - Tekstslide

Er heerst ook veel voldoening
Vooral in de natuurkunde

Periodiek systeem Mendelejev (1869)
Theorie van het elektromagnetisme van Maxwell (1873)
Ontdekking radioactiviteit door Becquerel (1896)
Relativiteitstheorie van Einstein (1905)


Enorme impact op de 'traditionele' natuurkunde!
3

Slide 19 - Tekstslide

Het 'Fin de siècle'-gevoel
  • Ambivalente houding (want: angst voor het nieuwe maar ook zelfvoldaanheid over wat er was ontdekt)

 ----> leidde tot escapisme (la belle époque)

 ----> In de kunst kwam dit tot uiting als estheticisme
(l'art pour l'art, kunst moet mooi zijn, niets meer)

4

Slide 20 - Tekstslide

§42: Het impressionisme

Slide 21 - Tekstslide

De beeldende kunst
  • Verdere uitwerking van / reactie op het realisme
  • Zintuiglijke indrukken / sfeer  weergeven
  • Nauw verbonden met het estheticisme
  • Licht en kleur vastleggen
1

Slide 22 - Tekstslide

Impressionisme
  • Renoir zei ooit: 'Ik heb geen regels of methodes. Iedereen mag komen kijken wat ik gebruik of mij bij het schilderen gadeslaan. Ze zullen zien dat ik geen geheimen heb'.
  •  Een eerste 'impressie', een willekeurig moment vastgelegd, zonder boodschap of doel
  • Schetsmatige indruk, vage contouren
  • Vaak in open lucht geschilderd
Lunch van de roeiers - Pierre August Renoir
Ook in moderne films is dit werk nog steeds een grote inspiratiebron, denk bijvoorbeeld aan de film Le Fabuleux Destin d'Amélie Poulain (uit 2001) waar een man dit werk onwijs vaak naschildert. 

Slide 23 - Tekstslide

Stroming #1
(Zie ME lijst)

Slide 24 - Tekstslide

De literatuur
  • Nauwkeurig uitbeelden van nuances, indrukken en gevoelens
  • Vooral poëziestroming, maar ook te vinden in proza
  • Bepaalde stijlmiddelen, zoals : neologismen - archaïsmen - talrijke bepalingen - alliteraties, enjambementen - beeldspraak - synesthesie

2
Uitleg literaire begrippen:
- Synesthesie: combinatie van verschillende zintuiglijke indrukken (schreeuwende kleuren, warme stem, scherpe geur)
- Enjambement is het doorlopen van een zin over twee (of eventueel meer) versregels.

Slide 25 - Tekstslide



WB 42.2

Slide 26 - Tekstslide

Deze stroming gaat dus over vorm en niet over inhoud.

Slide 27 - Tekstslide

Aan de slag!

WB 40a, 41


Bereid je speech voor, lever je tekst in via de ELO!

Slide 28 - Tekstslide