Thema 2 hoofdstuk 2 Stam en ik-vorm

Welkom!
timer
1:00
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

Stam & ik-vorm
Spelling

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we leren deze les?
- Ik weet wat een werkwoord is
- Ik weet wat een stam is van een werkwoord en waarom het belangrijk is
- Ik kan de stam vinden in het werkwoord
- Ik kan de juiste ik-vorm opschrijven

Slide 3 - Tekstslide

Even de woorden herhalen
Lees binnen 5 minuten de woorden op blz. 98 en 99

Daarna gaan we de test doen!

Slide 4 - Tekstslide

Stam
De stam van het werkwoord = hele werkwoord zonder -en:

fietsen - fiets
lopen - lop
praten - prat
verhuizen - verhuiz



Slide 5 - Tekstslide

Ik-vorm
  • De ik-vorm is het werkwoord dat achter ‘ik’ komt te staan.
  • Lijkt vaak op de stam maar soms moet je de stam aanpassen om de ik-vorm te krijgen.

Bijvoorbeeld bij het ww: proeven
stam = proev
ik-vorm = proef (ik proef)






Slide 6 - Tekstslide

Wat is de stam van 'lopen'?

Slide 7 - Open vraag

Wat is de ik-vorm van het woord "lopen"?

Slide 8 - Open vraag

Wat is de stam van 'verven'

Slide 9 - Open vraag

Wat is de ik-vorm van het woord "verven"?

Slide 10 - Open vraag

Noem de ik-vormen van de volgende werkwoorden:
Bakken, raken, verhuizen.

Slide 11 - Open vraag


Aan de slag!

maak opdracht 1 t/m 5 blz. 109en 112.


Slide 12 - Tekstslide