hv1n 13/09

Welkom hv1n!
Telefoon in de telefoontas? Pak je spullen!

Wat heb je nodig?
  • lesboek
  • schrift
  • pen
  • leesboek


Als je je spullen hebt gepakt ga je lezen in je leesboek
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Welkom hv1n!
Telefoon in de telefoontas? Pak je spullen!

Wat heb je nodig?
  • lesboek
  • schrift
  • pen
  • leesboek


Als je je spullen hebt gepakt ga je lezen in je leesboek

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?

  • SO plannen
  • Leren over personages, inleven en meeleven
  • en over smaak en genres

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?

Dus: eerst uitleg, dan opdrachten maken en daarna even pauze.

Het tweede lesuur gaan we verder met de lesstof. 

Slide 3 - Tekstslide

Doelen van deze les
Je leert:
  • over personages
  • over verschil in meeleven en inleven
  • genres herkennen
  • uitleggen wat je smaak is

Slide 4 - Tekstslide


Woensdag 21 september heb je een SO over fictie § 1,2 en 3

Noteer deze in je agenda

Slide 5 - Tekstslide

Fictie/ non-fictie
Hoe zat het ook alweer? 

Wat is een voorbeeld van fictie? En van non-fictie? 

Slide 6 - Tekstslide

Personages en perspectief
We hebben het al even gehad over personages en perspectief.

Alle personen in een verhaal zijn personages
De belangrijkste persoon = ..........................

Wat zijn de perspectieven? 
Het zijn er drie.

Slide 7 - Tekstslide

Inleven en meeleven
Personages roepen vaak gevoelens op bij jou als lezer.
Je vindt het ene personage irritant of juist zielig. 
Dat heeft te maken met meeleven of inleven
Inleven = je kunt je voorstellen hoe het is om een personage te zijn of om mee te maken wat hij meemaakt. 
Meeleven = je wilt graag dat het goed gaat met een personage. Je hoopt bijvoorbeeld dat hij beter wordt of niet meer wordt gepest

Slide 8 - Tekstslide

Aan de slag! 
Wat? Je leest de theorie (groen) op p. 69 en maakt opdracht 1, 2 en 3 
op p. 69-72. Lees de teksten.
Hoe? Werk zoveel mogelijk zelfstandig, maar zachtjes overleggen mag.
Hulp? Als je een vraag hebt mag je zachtjes overleggen met je buur. 
Tijd? 20 minuten
Resultaat? Je leert over personages.       
Klaar? Dan haal je een nakijkvel bij me op (laat zien dat je het gemaakt hebt) en ga je zelfstandig nakijken. Daarna ga je lezen.
timer
20:00

Slide 9 - Tekstslide

timer
5:00

Slide 10 - Tekstslide

We gaan rij voor rij een Chromebook pakken. 
Log in en open de online methode. 

Je gaat naar fictie § 3. We bekijken het filmpje over de theorie klassikaal en daarna ga je aan de slag met het maken van de opdrachten. 

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag! 
Wat? Je maakt opdracht 1 tot en met 4 van fictie § 3. Lees de teksten.
Hoe? Werk zoveel mogelijk zelfstandig, maar zachtjes overleggen mag.
Hulp? Als je een vraag hebt mag je zachtjes overleggen met je buur. 
Tijd? 20 minuten
Resultaat? Je leert over genres en smaak.       
Klaar? Dan lees je nogmaals de theorie van fictie § 1-3 
en noteer de belangrijkste begrippen in je schrift. 
timer
20:00

Slide 12 - Tekstslide

Doelen van deze les
Je leert:
  • over personages
  • over verschil in meeleven en inleven
  • genres herkennen
  • uitleggen wat je smaak is

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk
Voor morgen is het huiswerk:
  • Je maakt opdracht 1 tot en met 4 in de online methode. 
  • Daar zijn we mee begonnen, je maakt het dus af. 

Slide 14 - Tekstslide



We gaan lezen:
Alaska van Anna Woltz

Slide 15 - Tekstslide

Twee waarheden, één leugen

  • Let's go

Slide 16 - Tekstslide

Smaak
We gaan het hebben over genres en smaak en bekijken een filmpje in de online methode ... 

-klik-


Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 1 op p. 75 maken we samen.
Schrijf mee in je schrift. 

Slide 18 - Tekstslide