In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen.
Onderdelen in deze les
In welke sector is DSM actief?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector
Slide 1 - Quizvraag
Hoe produceert een timmerman?
A
arbeidsintensief
B
kapitaalintensief
Slide 2 - Quizvraag
Vrijwilligerswerk behoort tot de productie in enge zin.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 3 - Quizvraag
Een shirt kost 21,50 exclusief BTW. Hoeveel betaal je aan de kassa?
A
€26,02
B
€27,95
C
€4,55
D
€26,01
Slide 4 - Quizvraag
Welk bedrijf opereert in de primaire sector?
A
Kinderkledingzaak Kleintjes
B
Visserij Vaartjes
C
Wasserette Schoonmans
D
Chocoladefabriek Sjaakie
Slide 5 - Quizvraag
Noem de productiefactoren
A
Arbeid Natuur en Kapitaal
B
Arbeid Natuur Kapitaal en Ondernemerschap
C
Arbeid Natuur en Kapitaalgoederen
D
Arbeid Natuur Kapitaalgoederen en Ondernemerschap
Slide 6 - Quizvraag
De badkamer poetsen voor je moeder is werk in de:
A
informele sector
B
formele sector
Slide 7 - Quizvraag
Een medewerker produceert in 2014 2.300 stuks per maand. Door aanschaf van een machine loopt de productie per medewerker op naar 2.450 stuks per maand. Met hoeveel procent is de arbeidsproductiviteit toegenomen?
A
9,57%
B
7,32%
C
6,52%
D
10,21%
Slide 8 - Quizvraag
Wat is NIET van invloed op de arbeidsproductiviteit?
A
scholing
B
arbeidsvoorwaarden
C
arbeidsverdeling
D
productiefactoren
Slide 9 - Quizvraag
Wat is de juiste volgorde voor het stijgen van de werkgelegenheid?
Bereken de afschrijving van een nieuwe bestelauto: De auto kost nieuw €25.000, je rijdt er 5 jaar in. Voor de auto bestelauto krijg je nog €7.500 terug.