jaar 2 H2 Lezen: Hoofdzaken en bijzaken

Tekst
jaar 2 H2 Lezen: Hoofdzaken en bijzaken
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Tekst
jaar 2 H2 Lezen: Hoofdzaken en bijzaken

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Ik kan in eigen woorden vertellen wat een kernzin is. 
Ik kan vertellen waar hoofdzaken in de tekst staan.

Begrippen:
- Onderwerp
- Hoofdzaken
- Kernzin

Slide 2 - Tekstslide

Wat hebben we de vorige les gedaan?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Bekijk de afbeelding van de mindmap.

Wat is het onderwerp van de mindmap?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

In het midden staat wat ...
A
belangrijk is
B
minder belangrijk is

Slide 7 - Quizvraag

Hoe verder je naar links of rechts gaat ... het wordt.
A
belangrijker
B
minder belangrijk

Slide 8 - Quizvraag

Wat staat er op de drie hoofdlijnen in de mindmap?

Slide 9 - Open vraag

Welke verzamelnaam voor de buitensporten snowboarden, schaatsen en skiën ontbreekt in de mindmap?
A
koude sporten
B
wintersport

Slide 10 - Quizvraag

Hoofdzaken en bijzaken

De belangrijkste informatie in een tekst noem je de hoofdzaken. 
Wat niet zo belangrijk is, zijn de bijzaken.

Als je de hoofdzaken van een tekst wilt vinden:
-   lees je de inleiding en het slot. 
-   lees ook de eerste en laatste zin van elke alinea, want hierin staat meestal de         belangrijkste informatie. 

In de rest van de alinea vind je vaak een uitleg of een voorbeeld.

De lay-out (= opmaak) van een tekst helpt je vaak ook de hoofdzaken te vinden. 
In studieboeken staan bijvoorbeeld de hoofdzaken vetgedrukt of staat de uitleg in een andere kleur.

Slide 11 - Tekstslide

Lees de tekst: Skater

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van de tekst?
A
Stichting STAD
B
skater Pepijn
C
jongeren in Haarlem
D
skatecultuur

Slide 13 - Quizvraag

Hoe heb je het onderwerp gevonden?


A
Door de titel te lezen
B
Door van elke alinea de eerste regel te lezen.
C
Door de de inleiding te lezen
D
Door het slot te lezen

Slide 14 - Quizvraag

Wat betekenen deze woorden uit de tekst? 
Verbind de woorden met de juiste betekenis
manier waarop skaters leven
series wedstrijden om kampioenschap
door beroepsmensen gebruikt
levensstijl, manier van leven
bezighouden met
plekken
locaties (4)
te storten op (3)
lifestyle (3)
competities (2)
professioneel (2)
skatecultuur (1)

Slide 15 - Sleepvraag

Wat is de hoofdzaak van alinea 5?
A
Skaten is een dure hobby.
B
Per jaar verbruikt Pepijn meer dan vier boards.
C
een board kost tussen de 50 en 80 euro.
D
Pepijn besteed 600 euro per jaar aan skaten

Slide 16 - Quizvraag

Wat heb je in de lessen geleerd over hoofdzaken en bijzaken? Kun je het in één zin samenvatten?

Slide 17 - Open vraag

Heb je het gevoel dat je genoeg hebt geleerd in deze les om over dit onderwerp (hoofdzaken en bijzaken) een toets te kunnen maken?
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quizvraag

Als je 'nee' hebt ingevuld bij de vorige vraag, wat heb je dan nog nodig om wel genoeg vertrouwen in jezelf te krijgen?

Slide 19 - Open vraag

Wat is een kernzin?

Slide 20 - Open vraag

Waar in een tekst staan hoofdzaken?

Slide 21 - Open vraag