8,3 oefenen met zuur basen

Als je bij rodekoolsap wat zuur druppelt wordt het rodekoolsap
A
Rood
B
Paars
C
Groen
1 / 22
volgende
Slide 1: Quizvraag
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Als je bij rodekoolsap wat zuur druppelt wordt het rodekoolsap
A
Rood
B
Paars
C
Groen

Slide 1 - Quizvraag

Wat is de pH van zure regen?
A
kleiner dan 7
B
gelijk aan 7
C
groter dan 7
D
geen

Slide 2 - Quizvraag

tomatensap, pH = 5,0
tomatensap is zuur
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Welk deeltje zit altijd in een zuur?
A
H
B
H+
C
HCl
D
OH

Slide 4 - Quizvraag

Aantonen van een zuur/base
  • pH meter
  • universeel indicator papier (pH papier)
  • Rood en blauw lakmoes
  • Indicatoren (Binas 36)

Slide 5 - Tekstslide

Omslagtraject
Elke indicator heeft een omslagtraject

Dat is het gebied waarin de indicator van kleur verandert.
De kleur is dan de mengkleur van de andere kleuren.
binas 36

Slide 6 - Tekstslide

Elyn zegt: "Ik maak geheime tekst met fenolftaleïen. Ik kan de tekst dan zichtbaar maken met een verdunde oplossing van gootsteenontstopper. En daarna kan ik met een andere stof alles meteen weer onzichtbaar maken!"
Gootsteenontstopper bestaat voornamelijk uit natronloog.

In welke kleur wordt de tekst zichtbaar?
A
blauw
B
geel
C
groen
D
paars

Slide 7 - Quizvraag

Elyn zegt: "Ik maak geheime tekst met fenolftaleïen. Ik kan de tekst dan zichtbaar maken met een verdunde oplossing van gootsteenontstopper. En daarna kan ik met een andere stof alles meteen weer onzichtbaar maken!"
Gootsteenontstopper bestaat voornamelijk uit natronloog.

Waarmee kan de tekst weer onzichtbaar worden gemaakt?

A
ammonia
B
kalkwater
C
azijn
D
soda-oplossing

Slide 8 - Quizvraag

Significantie

Slide 9 - Tekstslide

Significantie met vermenigvuldigen en delen


Bij vermenigvuldigen en delen is de significantie van het antwoord altijd gelijk aan de laagste significantie

bv. 30,0 * 2,0 = 60
Want 2,0 heeft 2 significante getallen en 30,0 heeft 3

Slide 10 - Tekstslide

Significantie

Slide 11 - Tekstslide

Hoeveel significante cijfers heeft: 0,0301
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 12 - Quizvraag

Hoeveel significante cijfers heeft: 2000
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 13 - Quizvraag

Hoeveel significante cijfers heeft: 25,031
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 14 - Quizvraag

Hoeveel significante cijfers heeft 6,0?
A
1
B
2
C
0
D
6

Slide 15 - Quizvraag

Hoeveel significante cijfers?
3,15
A
2
B
3
C
315
D
3,2

Slide 16 - Quizvraag

2,4 x 3,225

Slide 17 - Open vraag

Waterstofchloridegas en ammoniakgas reageren in de
massaverhouding 3,6 : 1,7.
Maak bij de volgende berekeningen gebruik van deze massaverhouding.
Hoeveel gram ammoniak is nodig om met 7,2 g waterstofchloride volledig te reageren?

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Natrium en chloride reageren met elkaar tot natriumchloride. De massaverhouding is 1:4
Je wil met 14,3 gram chloride werken. Hoeveel gram natrium heb je nodig?

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide

oefenen
opdracht 35, 36, 37 blz 57

Slide 22 - Tekstslide