Openingsles bittere kruid

Lessenserie
'Het bittere kruid'


Marga Minco (1920)
Echte naam: Sara Voeten-Menco
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Lessenserie
'Het bittere kruid'


Marga Minco (1920)
Echte naam: Sara Voeten-Menco

Slide 1 - Tekstslide

Even wat termen terughalen
thema, motieven, motto
karakters
spanning in verhalen

Slide 2 - Tekstslide

thema & motieven 1 (1.5 handboek)
Thema: waar gaat het verhaal over (probeer het weer te geven in een zin)
Motieven: geven betekenis aan het thema (bijvoorbeeld het motief van de liefde, vriendschap, de relatie tussen ouder en kind)

Het lijkt op elkaar!

Slide 3 - Tekstslide

thema en motieven 2 


Motieven = terugkerende, betekenisvolle elementen in het verhaal 

abstract motief = bijvoorbeeld liefde, verraad, vriendschap 

leidmotief = een steeds terugkerend iets in een verhaal wat symbool staat voor iets. Bijvoorbeeld een uil die voor wijsheid staat. 

klassiek motief = motief dat vaak gebruikt wordt. Bijv. assepoestermotief.

Slide 4 - Tekstslide

Karakter of type 
Type: stereotiepe trekken, geen ontwikkeling van het karakter (bijvoorbeeld Roodkapje)

Karakter: ontwikkeling van de persoon. De hoofdpersoon in een boek maakt vaak een ontwikkeling door. Aan het einde van het boek is hij of zij niet meer helemaal hetzelfde. Heeft dingen geleerd, etc. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Literaire prijzen
F. Bordewijkprijs voor 'Het bittere kruid'
Constantijn Huygensprijs
P.C. Hooftprijs

Getrouwd geweest met dichter/journalist Bert Voeten

Slide 7 - Tekstslide

Achtergrond

Schreef "Het bittere kruid" pas twaalf jaar na de bevrijding.


Slide 8 - Tekstslide

'Het bittere kruid': een kroniek
 
boek met een verhaal over of een opsomming van de voornaamste gebeurtenissen, geordend naar volgorde van tijd;

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht na elk hoofdstukje
Schrijf in je schrift

Noteer de hoofdstuktitel
Noteer in een zin de inhoud van het hoofdstukje
Noteer bijzonderheden die opvielen, ook wat we na afloop bespreken.
Noteer in het bijzonder de bijrollen. 

Slide 10 - Tekstslide