H3 Leesvaardigheid H17 t/m H19 argumentatie

Wat voor tekstdoel heeft een schrijver die zijn mening naar voren wil brengen?
1 / 25
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat voor tekstdoel heeft een schrijver die zijn mening naar voren wil brengen?

Slide 1 - Open vraag

Bij welke twee tekstsoorten kom je meningen tegen?

Slide 2 - Open vraag

Wat zijn de vijf tekstsoorten?

Slide 3 - Open vraag

Wat is een feitelijke uitspraak?
A
Het is een uitspraak waarvan de schrijver of spreker meent dat ze waar, waarschijnlijk of aannemelijk is. Het is een uitspraak die je kunt controleren.
B
Het is een uitspraak waarmee de schrijver of spreker aangeeft of hij iets goed, slecht, mooi of lelijk , gepast of ongepast (etc.) vindt.

Slide 4 - Quizvraag

Feitelijke uitspraak of niet? 

Ik verwacht niet dat Jeroen Dijsselbloem in de Tweede Kamer blijft. Ik kan me niet voostellen dat dat werk hem nog genoeg uitdaging zal bieden.
A
feitelijke uitspraak
B
geen feitelijke uitspraak

Slide 5 - Quizvraag

Feitelijke uitspraak of niet? 

Als president zal ik de begroting in evenwicht houden, want dat heb ik ook gedaan toen ik gouverneur was.
A
feitelijke uitspraak
B
geen feitelijke uitspraak

Slide 6 - Quizvraag

Aan welke woorden kun je zien dat er een argument in de tekst aankomt?

Slide 7 - Woordweb

Een enkelvoudige argumentatie is...
A
Als een schrijver meer argumenten gebruik,t om zijn mening kracht bij te zetten.
B
Wanneer een schrijver een argument onderbouwt met een ondersteunend argument.
C
Als een schrijver zijn standpunt met maar één argument onderbouwt.

Slide 8 - Quizvraag

Meervoudige argumentatie

Slide 9 - Tekstslide


Meervoudige argumentatie heeft...
A
Eén hoofdargument
B
Meer dan één hoofdargument
C
Eén subargument
D
Meer dan één subargument.

Slide 10 - Quizvraag

Dat Nederlands een moeilijk vak is, komt door alle verschillende spellingregels.
A
enkelvoudige argumentatie
B
meervoudige argumentatie

Slide 11 - Quizvraag

Johan de Wittscholengroep is een goede school. Het zit in een mooi gebouw en de leerlingen kunnen zich ontwikkelen.
A
enkelvoudige argumentatie
B
meervoudige argumentatie

Slide 12 - Quizvraag

Nevenschikkende argumentatie
Net als bij meervoudige argumentatie gebruikt de schrijver bij nevenschikkende argumentatie meer dan één argument. 

Het verschil tussen de twee is dat bij nevenschikkende argumentatie de argumenten aan elkaar verbonden zijn: ze kunnen niet zonder elkaar zonder aan kracht te verliezen. 

Slide 13 - Tekstslide

Nevenschikkende argumentatie
Standpunt: Een Netflix-abonnement is niets voor mij

A Omdat het 10 euro per maand kost
B En zoveel geld heb ik niet te besteden

Slide 14 - Tekstslide

Onderschikkende argumentatie
Bij onderschikkende argumentatie ondersteunt een argument een ander argument.
mening 
↑ 
 argument 
↑ 
argument

Slide 15 - Tekstslide

Onderschikkende argumentatie
Een schrijver kan een argument ook onderbouwen met een ondersteunend argument. Dit heet onderschikkende argumentatie: 

Slide 16 - Tekstslide

Volgens specialisten presteren leerlingen beter in een ouderwets onderwijssysteem
Ze luisteren beter naar de  docenten in de klas dan in een digitale les.
Onderschikkende en nevenschikkende argumentatie. 


Ze hebben de structuur van een reguliere schooldag nodig.
De docenten zien ook beter of de leerlingen opletten

Slide 17 - Tekstslide

Meervoudige argumentatie is hetzelfde als onderschikkende argumentatie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Hij is geschikt voor deze baan als operateur, want hij heeft al 5 jaar werkervaring. Hij werkte hiervoor immers in dezelfde functie bij een Cinema Opera.
A
enkelvoudige argumentatie
B
meervoudige argumentatie
C
onderschikkende argumentatie

Slide 19 - Quizvraag


Wat voor soort argumentatie is dit?
A
meervoudige argumentatie
B
enkelvoudige argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende argumentatie

Slide 20 - Quizvraag

Deze argumentatie is ...
A
enkelvoudig
B
meervoudig en onderschikkend
C
onderschikkend
D
onder- en neven- schikkend

Slide 21 - Quizvraag


Wat voor soort argumentatie is dit?
A
meervoudige argumentatie
B
enkelvoudige argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
combinatie van argumentaties

Slide 22 - Quizvraag


Wat voor soort argumentatie is dit?
A
meervoudige argumentatie
B
enkelvoudige argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende argumentatie

Slide 23 - Quizvraag

2 argumentatieschema's:
onderschikkende argumentatie
nevenschikkende argumentatie

Slide 24 - Sleepvraag

Boeken lezen is goed voor je, want je trekt je even terug uit de drukte van de wereld, wat gezond is omdat ons zenuwstelsel eigenlijk helemaal niet gebouwd is voor de drukte van de normale wereld
A
Enkelvoudige argumentatie
B
Onderschikkende argumentatie
C
Nevenschikkende argumentatie
D
Meervoudige argumentatie

Slide 25 - Quizvraag