006 A2B 12 september 2023

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Noteer alle onderwerpen en persoonsvormen:

1. Timmerman Gepetto wilde zijn eigen marionet snijden om gezelschap te hebben tijdens zijn oude dag.

2. De houten pop die hij vervolgens maakte, noemde hij Pinokkio.

3.  Die werd wereldberoemd, omdat zijn neus groeide als hij een leugen vertelde.

4. Schrijver Carlo Collodi publiceerde de eerste avonturen van deze marionet als vervolgverhaal in een kinderblad.

5. Nadat in 1883 het boek in Italië uitkwam, zijn over de hele wereld talloze boeken en films over Pinokkio verschenen.

6. Pinokkio was in 1940 de tweede langspeelanimatiefilm van Walt Disney Pictures.

Noteer alle onderwerpen en persoonsvormen:

1. Timmerman Gepetto wilde zijn eigen marionet snijden om gezelschap te hebben tijdens zijn oude dag.

2. De houten pop die hij vervolgens maakte, noemde hij Pinokkio.

3.  Die werd wereldberoemd, omdat zijn neus groeide als hij een leugen vertelde.

4. Schrijver Carlo Collodi publiceerde de eerste avonturen van deze marionet als vervolgverhaal in een kinderblad.

5. Nadat in 1883 het boek in Italië uitkwam, zijn over de hele wereld talloze boeken en films over Pinokkio verschenen.

6. Pinokkio was in 1940 de tweede langspeelanimatiefilm van Walt Disney Pictures.

Lesdoel

Je leert de persoonsvorm in samengestelde zinnen correct spellen. 

De PV in samengestelde zinnen

• Probeer alle werkwoorden van tijd te veranderen. 

• De werkwoorden waarbij dit niet kan zijn infinitief, voltooid deelwoord of onvoltooid deelwoord.

Voorbeeldzinnen

- De gemeenteraad heeft besloten dat de kleine dorpsschool wordt opgeheven als het leerlingenaantal nog verder zal teruglopen. 

De werkwoorden heeft, wordt en zal kun je van tijd veranderen. 
besloten (vd), opgeheven (vd) en teruglopen (inf) kun je niet van tijd veranderen. 

Aan de slag!

Maak van Cursus 7 §12 opdracht 1 en 2 (blz. 264)

Gebruik het groene blok op p. 264

Klaar? Haal een puzzelblad bij mijn bureau

Opdracht 1 (blz. 264)

a. leert (pvtt), moet (pvtt), verwachten (inf), haalt (pvtt)

b. denkend (od), bewonderde (bn van vd), zag (pvvt), stromende (bn van od), gaan (inf)

c. Afgelopen (bn van vd), is (pvtt), verhuisd (vd)

d. overvallen (bn van vd), smeekte (pvvt), neem (gw), wilt (pvtt), doe (pvtt)

Opdracht 2 (blz. 264)

a. uitrustten (pvvt), vergrootten (pvvt)

b. meldden (pvvt), beantwoorden (inf)

c. afraadden (pvvt), ontmoeten (inf)

d. mesten (pvtt), slachten (pvtt)

e. vermoedden (pvvt), hoesten (inf)

f. verwachtten (pvvt), verpesten (inf)

Pak nu je wisbordje!

Andrew mist zijn vriendin, want zij rondt haar studie in Amerika af.

Onze vrienden overnachten bij ons, voordat ze op vakantie gaan.

Lisanne gelooft het verhaal niet, dat jij haar hebt verteld.

De ontwerpster besteedt veel zorg aan de kleding die zie op de beurs presenteert.