Grammatica onderwerp en persoonsvorm

• Spelling
• Basisschool
• Groep 6-8

Grammatica persoonsvorm

Welke drie dingen kan je doen om de persoonsvorm te vinden?

Ik ben met de auto naar school gereden.

1. Ik
2. naar school
3. ben
4. gereden

Ik loop door het bos.

1. het bos
2. door
3. Ik
4. loop

En nu oefenen!

Ga naar Junior Einstein en oefen de persoonsvorm. Ze staan open op je weektaak.

Klaar?

Maak een Kahoot quiz waarin je steeds vraagt naar de persoonsvorm.

Grammatica onderwerp

Vraagproef

Getalproef

Tijdproef

Ik loop naar school.

Wij lopen naar school.

Op school ben ik hard gevallen.

Ben ik op school hard gevallen?

Tijdens het lopen viel ik van mijn fiets.

Tijdens het lopen val ik van mijn fiets.

De persoonsvorm is altijd ...

1. een persoon
2. een dier of ding
3. een werkwoord
4. een lidwoord

Ik ga naar de markt, omdat ik appels wil kopen.

1. Ik
2. ga
3. appels
4. wil

Hans eet chips, omdat hij dat lekker vindt.

1. chips
2. eet
3. vindt
4. Hans

Als het goed is, wordt het boek besteld.

1. Als
2. is
3. wordt
4. besteld

Wanneer je niet snel reageert, is het niet meer mogelijk te komen.

1. je
2. snel
3. reageert
4. is

Als het regent, hoef je niet naar school.

1. regent
2. hoef
3. je
4. naar

00:35

Wat is de persoonsvorm in de zin:
Ik word gek van die man.

1. Ik
2. word
3. gek
4. die man

00:57

Wie wordt gek van die man?

01:22

Het antwoord is het onderwerp.

Zoek de persoonsvorm.

Wie of wat + de persoonsvorm.

Stap 1:

Stap 2:

Stap 3:

Bedenk een zin over sport. We gaan samen het onderwerp zoeken.

Ga naar Junior Einstein.

- Maak de opdrachten over het onderwerp.

- Het zijn vijf opdrachten van makkelijk naar moeilijk. Begin eens bij de derde opdracht. Heb je alles goed? Ga verder naar opdrachten vier en vijf. Niet alles goed? Terug naar de opdrachten een en twee.

- Vraag hulp als dit nodig is!

- Klaar? Maak zinnen, waarbij je het onderwerp met een golfje onderstreept en de persoonsvorm met een streep onderstreept.