Module Basis GMK Het recept

Module Basis
Geneesmiddelen
kennis
Het recept
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
medische kennisMiddelbare school

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Module Basis
Geneesmiddelen
kennis
Het recept

Slide 1 - Tekstslide

In deze LessonUp leer je over Het Recept
Door middel van tekst, afbeeldingen, video's en vragen
leer je een recept schrijven en krijg je informatie over (herhaal) recepten


Gebruik hierbij het boek
Inleiding medische kennis
H12 .4 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Het recept
Artsen, verloskundigen en tandartsen mogen volgens de wet geneesmiddelen voorschrijven.
Sinds kort hebben ook verpleegkundig specialisten (VS) en physician assistants (PA) een voorschrijfbevoegdheid

Doktersassistenten mogen geen recepten uitschrijven, maar hebben wel een belangrijke taak in de verwerking van herhaalrecepten
Een recept moet aan een aantal wettelijke eisen voldoen!

Slide 4 - Tekstslide

Het recept - lees H12.4 en H12.4.1 goed door
Een recept is een opdracht aan de apotheker om een geneesmiddel af te leveren aan een patiënt

Met een recept geef je de opdracht aan de apotheker:
Neem (Recipe) geneesmiddel X uit de lade, in die sterkte en hoeveelheid en schrijf  (Signa) het volgende gebruik op het etiket
Zo krijgt een patiënt het juiste geneesmiddel met de juiste gebruiksvoorschriften!

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Wat moet er wettelijk op een recept staan?
  • NAW gegevens arts / voorschrijver 
  • Datum
  • Naam van het geneesmiddel 
  • Toedieningsvorm van het middel
  • Hoeveelheid / dosering van het middel
  • Hoe de patiënt het middel moet gebruiken
  • Naam en geboortedatum patiënt
  • Paraaf of handtekening van de arts

Slide 7 - Tekstslide

        We gaan stap voor stap een recept schrijven

Allereerst zijn de gegevens van de arts / voorschrijver belangrijk, 
zodat de apotheker bij vragen weet wie hij moet benaderen
Doktersassistenten worden regelmatig geraadpleegd door de apotheek voor recepten

Vervolgens is de datum belangrijk, sommige recepten zijn beperkt geldig 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Vervolgens kent het recept 3 receptregels (H12.4.1)
1. Achter R/  (recipe of neem) staat de naam van het middel, de
    toedieningsvorm en de hoeveelheid per toedieningsvorm

2. Achter no. (numero of aantal) of d.t.d. (geef zodanige dosis) staat de
   hoeveelheid vermeld, dus hoeveel de apotheker moet afleveren

3. Achter S/  (signa of schrijf) staat hoe de patiënt het middel moet
    gebruiken, het gebruiksvoorschrift 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Onderaan staan de gegevens van de patiënt, in ieder geval naam en geboortedatum
Bij kinderen wordt hier ook het gewicht van het kind vermeld;
soms is de hoeveelheid geneesmiddel dat een kind mag hebben afhankelijk van het gewicht, b.v. bij antibiotica

En als laatste: de paraaf of handtekening van de arts / voorschrijver

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Sommige middelen vallen onder de Opiumwet (H12.4.3) omdat het verslavende middelen (kunnen) zijn
Een Opiumwetrecept moet aan extra eisen voldoen!

- Alle arts én patiëntgegevens moeten volledig 
  uitgeschreven worden
- Alle cijfers moeten in letters zijn geschreven, 
 dus niet 10 mg maar tien mg; 
 dit om misbruik te voorkomen

Slide 20 - Tekstslide

Voor hoeveel dagen mag een recept voorgeschreven worden? (H12.4.2)
Als een patiënt een middel voor het eerst gaat gebruiken, 
een 'eerste uitgifte' krijgt de patiënt in de apotheek maar 
voor 15 dagen gebruik mee; 
zo kan bekeken worden of het middel effect heeft en/of bijwerkingen heeft

De anticonceptiepil is hierop een uitzondering; 
deze krijg je al voor een paar maanden mee

Slide 21 - Tekstslide

Voor hoeveel dagen mag een recept voorgeschreven worden?
Bij chronisch gebruik van een geneesmiddel mag dit geneesmiddel voor maximaal 3 maanden afgeleverd worden in de apotheek

Slaap- en kalmeringsmiddelen zijn hierop een uitzondering: deze worden voor 30 dagen voorgeschreven!

Slide 22 - Tekstslide

Herhaalrecepten worden een site of telefoonlijn van een praktijk aangevraagd
De doktersassistent verwerkt deze herhaalrecepten 
Zij kan in het systeem nagaan of een herhaalrecept verzorgd kan worden of dat het belangrijk is om eerst een afspraak te maken met de patiënt

Voorbeeld: 
Bij herhaalrecepten voor bloeddrukverlagende middelen 
moet de bloedruk regelmatig gecontroleerd worden

Slide 23 - Tekstslide

Apotheek
In de apotheek wordt beoordeeld of het recept rechtsgeldig is, of het geneesmiddel in die vorm en hoeveelheid aan de patiënt meegegeven kan worden en of het gebruiksvoorschrift juist is
Dat wordt Medicatiebewaking genoemd

In de lessen op school gaan we hier aandacht aan besteden
Hier volgt nog een informatieve video die laat zien hoe belangrijk medicatieveiligheid en medicatiebewaking in de praktijk is!

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

Je hebt via deze LessonUp veel algemene informatie over het recept gekregen
In de praktijk en de lessen op school zal je (herhaal) recepten leren schrijven
Veel succes!

De totale Module Basis Geneesmiddelenkennis wordt afgesloten met een kennistoets Module Basis Geneesmiddelenkennis



Slide 27 - Tekstslide