KT1; algemene geneesmiddelen/recepten/pijn week 41, les 2

KT1: week 41, les 2

Het recept
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
KT1 theorieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

KT1: week 41, les 2

Het recept

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Aan het eind van deze les weet je / kun je: 
  • Hoe een recept te schrijven 
  • Betekenis van afkortingen op recept

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boeken
  • Geneesmiddelenkennis: 
H. 1 en H. 2 (niet leren blz. 4 en tabel     2.1 (blz.23) en H.3

Inleiding medische kennis: H12 .4

  • Cum laude week 41 KT1 theorie:
 Lijst met afkortingen recepten. Deze moet je kunnen toepassen, niet uit je hoofd leren.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Medicatiebewaking
Alle HIS hebben medicatiebewaking.
De computer let daarbij o.a. op:
  • Contra-indicatie
  • Intolerantie
  • Interactie
  • Dubbelmedicatie
Let op: elke melding van medicatiebewaking moet met de HA worden overlegd. 

Slide 4 - Tekstslide

Medicatieveiligheid: Alle activiteiten gericht op juiste voorschrijving, aflevering en gebruik van medicijnen

Eerste uitgifte: Uitleg over middel en gebruik hiervan

Toediening: Controleer de juiste patientgegevens/medicijn/dosering/tijd/hoeveelheid/toediening


Contra-indicatie;
Reden om dit middel gelieve niet toe te passen.

Bij een relatieve contra-indicatie
mag het geneesmiddel onder voorwaarden worden gebruikt. Dit kan bijvoorbeeld door de dosering te verlagen.

Bij een absolute contra-indicatie
moet het gebruik van het geneesmiddel altijd worden vermeden
Het schrijven van een recept
In deze les leer je over Het Recept
Door middel van tekst, afbeeldingen, video's en vragen
leer je een recept schrijven en krijg je informatie over (herhaal) recepten


Gebruik hierbij het boek:


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het recept (Inleiding medische kennis: H12 .4) 

Artsen, verloskundigen en tandartsen mogen volgens de wet geneesmiddelen voorschrijven.
Sinds kort hebben ook verpleegkundig specialisten (VS) en physician assistants (PA) een voorschrijfbevoegdheid


Doktersassistenten mogen, zonder toestemming van de huisarts, geen recepten uitschrijven. Wel hebben ze een belangrijke taak in de verwerking van herhaalrecepten
Een recept moet aan een aantal wettelijke eisen voldoen!

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een recept?
Een recept is een opdracht aan de apotheker om een geneesmiddel af te leveren aan een patiënt

Met een recept geef je de opdracht aan de apotheker:
Neem (Recipe) geneesmiddel X uit de lade, in die sterkte en hoeveelheid en schrijf  (Signa) het volgende gebruik op het etiket
Zo krijgt een patiënt het juiste geneesmiddel met de juiste gebruiksvoorschriften!

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat moet er wettelijk op een recept staan?
  • NAW gegevens arts / voorschrijver 
  • Datum
  • Naam van het geneesmiddel 
  • Toedieningsvorm van het middel
  • Hoeveelheid / dosering van het middel
  • Hoe de patiënt het middel moet gebruiken
  • Naam en geboortedatum patiënt
  • Paraaf of handtekening van de arts

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vervolgens kent het recept 3 receptregels (H12.4.1)
1. Achter R/  (recipe of neem) staat de naam van het middel, de
    toedieningsvorm en de hoeveelheid per toedieningsvorm

2. Achter no. (numero of aantal) en/of d.t.d. (geef zodanige dosis) staat de hoeveelheid vermeld, dus hoeveel de apotheker moet afleveren

3. Achter S/  (signa of schrijf) staat hoe de patiënt het middel moet
    gebruiken, het gebruiksvoorschrift 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Recept schrijven
Dhr. Pieters geb.datum 15-04-1070 heeft van de huisarts paracetamol voorgeschreven gekregen. 
Hij krijgt paracetamol 500mg voor 10 dagen.

Wat weet je zelf;
Hoe veel paracetamol mag een volwassen man maximaal innemen per dag?


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht klassikaal recept schrijven 

Dhr. Pieters geb. datum 10-8-1969 komt van het spr.uur af. 
De huisarts wil dat jij als DA het recept maakt voor deze patiënt. Hij krijgt op recept Diclofenac 50mg voor 7 dagen waarbij 1 tablet per dag.

Slide 14 - Tekstslide

R/ Diclofenac tabl. 50mg
D.t.d. no. 7
S. 1dd1 tablet

Vervolg klassikaal recept schrijven
Dhr. Pieters geb.datum 10-08-69 krijgt ook een zalfje mee. 
Dit voor zijn eczeem. 
De zalf heet Hydrocortison 10mg/g. De tube is 30 gram. Advies van huisarts is 2 maal per dag dun opsmeren.

Slide 15 - Tekstslide

R/ Hydrocortison zalf 10mg/g
D. 30 gram
S. 2dd ung dun opsmeren
Bij kinderen!
Bij kinderen wordt hier ook het gewicht van het kind vermeld;
soms is de hoeveelheid geneesmiddel dat een kind mag hebben afhankelijk van het gewicht, b.v. bij antibiotica


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sommige middelen vallen onder de Opiumwet (H12.4.3) omdat het verslavende middelen (kunnen) zijn
Een Opiumwetrecept moet aan extra eisen voldoen!

- Alle arts én patiëntgegevens moeten volledig 
  uitgeschreven worden
- Alle cijfers moeten in letters zijn geschreven, 
 dus niet 10 mg maar tien mg; 
 dit om misbruik te voorkomen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor hoeveel dagen mag een recept voorgeschreven worden? (H12.4.2)
Als een patiënt een middel voor het eerst gaat gebruiken, 
een 'eerste uitgifte' krijgt de patiënt in de apotheek maar 
voor 15 dagen gebruik mee; 
zo kan bekeken worden of het middel effect heeft en/of bijwerkingen heeft

De anticonceptiepil is hierop een uitzondering; 
deze krijg je al voor een paar maanden mee

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor hoeveel dagen mag een recept voorgeschreven worden?
Bij chronisch gebruik van een geneesmiddel mag dit geneesmiddel voor maximaal 3 maanden afgeleverd worden in de apotheek

Slaap- en kalmeringsmiddelen zijn hierop een uitzondering: deze worden voor 30 dagen voorgeschreven!

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
  1. Opdracht begrippen algemene geneesmiddelenkennis maken 
  2. Wat wil je nog extra oefenen? Kies minimaal 1 van onderstaande keuzeopdracht. Je levert 1 van deze opdrachten of beide opdrachten in 1 bestand in via Cumlaude. Geef duidelijk in de titel aan welke opdracht je hebt gekozen.
- Algemene geneesmiddelenkennis: kies oefenvragen Lessonup algemene geneesmiddelenkennis
- recept schrijven: kies opdracht recept schrijven
-recept schrijven:  kies opdrachten recepten

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Huiswerk

1. Maken en inleveren:
-Begrippen algemene geneesmiddelkennis
-1 keuzeopdracht (zie vorige dia)

2. Lezen en kunnen toepassen:
Afkortingenlijst begrippen in Cum laude 41 (Deze hoef je niet uit je hoofd te kennen)

3. Leren:
Geneesmiddelenkennis en inleiding medische kennis: zie sheet/dia 3 boeken



Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies