Soort > Als organismen samen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen. - vruchtbaar betekend dat de nakomelingen zich ook weer voort kunnen planten.
Slide 3 - Tekstslide
1.1 Organismen indelen
Wat? Maken 1.1 – Opdracht 1 t/m 6
Hoe? Blz. 8 t/m 10
Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
Tijd? 20 minuten
Uitkomst? Opdracht 1 t/m 6 is af. Niet af? Dan huiswerk.
Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)
Slide 4 - Tekstslide
1.1 Organismen indelen
Leerdoel(en) van deze les:
Je kunt de groepen waarin organismen zijn ingedeeld noemen
Je kunt de naam van organismen opzoeken met een zoekkaart of determineertabel
Slide 5 - Tekstslide
1.1 Organismen indelen
In welke groepen deel je organismen in?
Ordening > organismen indelen in groepen - voor de eerste indeling kijken biologen naar de cellen van de organismen. - cellen zijn kleinste bouwstenen van een organisme - er zijn vier verschillende soorten cellen
Ordening van organismen in vier rijken (aan de hand van de 4 soorten cellen) - Plantenrijk - Dierenrijk - Schimmelrijk - Bacterierijk
Slide 6 - Tekstslide
1.1 Organismen indelen
Hoe deel je het dierenrijk in? (8 groepen)
Eencellige dieren (bestaan uit één cel, leven in water, bijv. pantoffeldiertje)
Sponzen (skelet van naalden, leven in zee op de bodem, bijv. buisspons)
Holtedieren (geen skelet, tentakels, leven in zee, bijv. kwallen)
Stekelhuidigen (knobbels of stekels op huid, leven in zee, bijv. zeester)
Wormen (geen skelet, lichaam lang en dun, bijv. regenworm)
Weekdieren (zacht lichaam, vaak huisje of schelp, bijv. slak of mossel)
Geleedpotigen (exoskelet, lijf en poten bestaan uit meerdere delen, bijv. spin
Gewervelde dieren (inwendig skelet met wervelkolom, bijv. koe)
Slide 7 - Tekstslide
1.1 Organismen indelen
Indelen gewervelden; 5 groepen
Vissen
Amfibieën
Reptielen
Vogels
Zoogdieren
Slide 8 - Tekstslide
1.1 Organismen indelen
Hoe zoek je de naam van een organisme op?
Determineren > Opzoeken van een naam, indelen van organisme - Bestudeer de kenmerken > iets waaraan je een organisme herkent - Bijv. vorm lichaam, soort huid, aantal poten, etc. - Gebruik een zoekkaart of een determineertabel - Flora voor planten - Blz. 16 / bron 7 & 8
Slide 9 - Tekstslide
1.1 Organismen indelen
Wat? Maken 1.1 – Opdracht 7 t/m 16
Hoe? Blz. 10 t/m 17
Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
Tijd? 20 minuten
Uitkomst? Opdracht 7 t/m 16 is af. Niet af? Dan huiswerk.
Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)