Spelling Engelse werkwoorden in het Nederlands

Spelling Engelse werkwoorden
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Spelling Engelse werkwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt Engelse werkwoorden correct spelling in het Nederlands

Slide 2 - Tekstslide

Lees de theorie in je boek
pag. 262

Slide 3 - Tekstslide

Noem een Engels werkwoord dat in het Nederlands wordt gebruikt

Slide 4 - Open vraag

Regels Engelse werkwoorden
De spelling van Engelse werkwoorden in het Nederlands, volgt de Nederlandse regels. 
Dus:
Ik tag mijn vriend
Mijn vriend tagt mij
Mijn vriend tagde mij
Mijn vriend heeft mij getagd

Slide 5 - Tekstslide

Werkwoorden die uit het Engels zijn overgenomen worden anders vervoegd dan werkwoorden die oorspronkelijk Nederlands zijn.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Mijn moeder heeft alle familieleden op de foto ... (taggen).
A
getagd
B
getaggd
C
getagged
D
getagt

Slide 7 - Quizvraag

Toen het bezoek weg was ... (crashen) Pim op de bank.
A
chrashete
B
chraste
C
chrashte
D
chrashtte

Slide 8 - Quizvraag

Gisteren heb ik het document al ... (downloaden)
A
down geload
B
gedownload
C
gedownloat
D
gedownloadt

Slide 9 - Quizvraag

Opdracht
Open Nieuw Nederlands
Vul het schema in op p. 262
Je hebt 10 minuten de tijd
timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

De foto's die Sam van het feest gemaakt had, ... (sharen) hij via social media met zijn vrienden.
A
sharede
B
sharde
C
sharete
D
sharedte

Slide 11 - Quizvraag