Hoe heet jij?
Ik heet ... .
Waar woon jij?
Ik woon in ... .
Hoe oud ben jij?
Ik ben ... jaar
Wanneer is jouw verjaardag?
Dat is op ... ...
Hoe oud word jij?
Ik word ... jaar
In welke klas zit jij?
Ik zit in de eerste klas.
Heb jij een broer / een zus?
Ja, ik heb een broer / zus.
Nee, ik heb geen broer / zus.
Hoe heet hij / zij?
Hij / zij heet ... .
Wanneer is de verjaardag van je broer / zus?
Dat is op ... ...