In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
H2.1 Systematische naamgeving
Leg klaar: schrift en pen en boek blz 65
Slide 2 - Tekstslide
Nieuwe afspraken
- Het moet rustiger zijn
- Sneller maatregelen nemen
-Waarschuwing, gang, gele kaart
-Regelmatig spullen checken
Slide 3 - Tekstslide
Deze les
Voorkennis
Uitleg
elementenbingo (als er tijd is)
miniSO 1
Slide 4 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kent de molecuulformules van de zeven elementen die uit twee atomen bestaan
Je kunt van een molecuulformule de systematische naam geven
Je kunt van een systematische naam een molecuulformule geven
Slide 5 - Tekstslide
Voorkennis
Slide 6 - Tekstslide
Wat is de molecuulformule van het volgende molecuul:
A
C8H3
B
C3H8
C
C8H3
D
C3H8
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de molecuulformule van het volgende molecuul:
A
B
C
Slide 8 - Quizvraag
Hoeveel waterstofatomen zijn aanwezig in de aanduiding
2 C2H6O
A
2 waterstofatomen
B
4 waterstofatomen
C
6 waterstofatomen
D
12 waterstofatomen
Slide 9 - Quizvraag
Wat is de formule van het volgende molecuul:
A
NH3
B
N3H
C
N3H
D
3NH
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de formule van het volgende molecuul:
A
CO2
B
2CO
C
C2O
D
CO2
Slide 11 - Quizvraag
Opfrissen
Slide 12 - Tekstslide
Indeling van stoffen
Element
Verbinding
Zuivere stof
Mengsel
Slide 13 - Tekstslide
Aan de moleculen kan je ook zien of het gaat om een mengsel of een zuivere stof.
Element
Verbinding
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Formules van elementen
Meestal: symbool met tussen haakjes de fase van de stof
voorbeelden:
Cu (s) Fe (s) C(s)
Slide 16 - Tekstslide
Formules van elementen
Meestal: symbool met tussen haakjes de fase van de stof
voorbeelden:
Cu (s) Fe (s) C(s)
fase
afkorting
vast
s
vloeibaar
l
gas
g
opgelost in water
aq
Slide 17 - Tekstslide
Let op: er zijn 7 elementen die bestaan uit moleculen met twee atomen.
Let op: er zijn 7 elementen die bestaan uit moleculen met twee atomen.
Slide 18 - Tekstslide
chloor Cl2 (g) Clara
fluor F2 (g) Fietst
stikstof N2 (g) Naar
waterstof H2 (g) Haar
zuurstof O2 (g) Oma
jood I2 (s) In
broom Br2 (l) Breda
Zeven elementen die uit twee atomen bestaan (tabel 3)
ezelsbruggetje
Aantekening
Slide 19 - Tekstslide
De namen en formules uit deze tabel moet je uit je hoofd leren!
Slide 20 - Tekstslide
Verbinding
Element
C (s)
Fe (s)
P (s)
Cl2 (g)
He (g)
H2 (g)
O2 (g)
H2O(l)
CO2 (g)
HBr (g)
SCl2 (g)
C3H8 (g)
NH3 (g)
Slide 21 - Sleepvraag
Systematische naamgeving
Scheikundigen geven een systematische naam aan moleculen. Over de hele wereld worden daar dezelfde regels voor gebruikt.
Slide 22 - Tekstslide
Noteer
Systematische naam: de wetenschappelijke, door regels opgestelde naam van een stof.
Slide 23 - Tekstslide
De formule van een verbinding afleiden uit de systematische naam
Voorbeeld:
let op:
- in de naam staan Griekse telwoorden
Slide 24 - Tekstslide
De formule van een verbinding afleiden uit de systematische naam
Voorbeeld:
Let op:
- in de naam staan Griekse telwoorden
- de twee atoomsoort krijgt soms een andere uitgang
Slide 25 - Tekstslide
De formule van een verbinding afleiden uit de systematische naam.
Stappenplan:
Noteer de symbolen van de atoomsoorten in de naam
Zet de nummers van de Griekse telwoorden, die in de naam voor de atoomsoort staan, achter het symbool van deze atoomsoort. Noteer de nummers als index.
De laatste lettergreep van de naam is vaak -de.
Zet de fase achter de formule.
Slide 26 - Tekstslide
Wat is de formule van Distikstofmonooxide ?
A
NO2
B
N2O
C
NO
D
NO2
Slide 27 - Quizvraag
Wat is de formule van Zwaveldichloride ?
A
SCl
B
S2Cl
C
SCl2
D
S2Cl
Slide 28 - Quizvraag
Wat is de formule van Fosforpentabromide
A
F5Br
B
PBr5
C
FBr5
D
P5Br
Slide 29 - Quizvraag
De systematische naam geven bij een formule
Stappenplan:
Noteer de namen van de symbolen met ruimte om er een telwoord voor te schrijven.
Noteer het Griekse telwoord van elke index voor de bijbehorende atoomsoort.
Zet de uitgang -de achter de laatste atoomsoort.
Slide 30 - Tekstslide
Wat is de systematische naam van
S2O2
A
Dizwaveldioxide
B
Dizwaveldizuurstof
C
Zwaveldioxide
D
Zwavelzuurstof
Slide 31 - Quizvraag
Wat is de systematische naam van
NF3
A
Stikstoffluoride
B
Stikstofdifluoride
C
Tristikstoffluoride
D
Stikstoftrifluoride
Slide 32 - Quizvraag
Formules van verbindingen
Samenvatting.
Leer de Griekse telwoorden uit je hoofd.
Voorbeelden van systematische namen:
Slide 33 - Tekstslide
Formules van verbindingen
Enkele veelvoorkomende stoffen hebben naast een systematische naam ook nog een alledaagse, triviale naam. Zo noem je H2O meestal water en niet diwaterstofmono-oxide.
Leer deze namen en formules uit je hoofd:
Slide 34 - Tekstslide
Deze les geleerd
Je kent de molecuulformules van de zeven elementen die uit twee atomen bestaan
Je kunt van een molecuulformule de systematische naam geven
Je kunt van een systematische naam een molecuulformule geven
Slide 35 - Tekstslide
Schrijf 2 dingen op die je deze les geleerd hebt
Slide 36 - Open vraag
Schrijf 1 of 2 dingen op die je deze les nog niet zo goed begrepen hebt
Slide 37 - Open vraag
MiniSO 1: atoomsoorten
Tafels leeg
Alles behalve een pen blijft in je tas
timer
10:00
Slide 38 - Tekstslide
Eigen werk
Doorlezen: H2.1 Uit je hoof leren: tabel 2 tot en met 5