(Bonnie) Les 5: 2.1 systematische naamgeving

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

MiniSO 1: atoomsoorten
  • Tafels leeg
  • Alles behalve een pen blijft in je tas

timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

H2.1 Systematische naamgeving
Leg klaar: schrift en pen

Slide 3 - Tekstslide

Nieuwe afspraken
- Het moet rustiger zijn 
- Sneller maatregelen nemen 
-Waarschuwing, gang, gele kaart
-Regelmatig spullen checken


Slide 4 - Tekstslide

Deze les
  • Leerdoelen
  • Voorkennis
  • Uitleg
  • Oefenopgaven

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kent de molecuulformules van de zeven elementen die uit twee atomen bestaan
  • Je kunt van een molecuulformule de systematische naam geven 
  • Je kunt van een systematische naam een molecuulformule geven

Slide 6 - Tekstslide

Voorkennis

Slide 7 - Tekstslide

Hoeveel waterstofatomen zijn aanwezig in de aanduiding
2C2H6?
A
6 waterstofatomen
B
12 waterstofatomen
C
2 waterstofatomen
D
4 waterstofatomen

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de formule van het volgende molecuul:
A
B
C
D

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Aan de moleculen kan je ook zien of het gaat om een element,  een verbinding of een mengsel.
Element
Verbinding

Slide 11 - Tekstslide

Formules van elementen
Meestal: symbool met tussen haakjes de fase van de stof

voorbeelden:
Cu (s)                 Fe (s)                C(s)


Slide 12 - Tekstslide

Let op: er zijn 7 elementen die bestaan uit moleculen met twee atomen.
Let op: er zijn 7 elementen die bestaan uit moleculen met twee atomen.

Slide 13 - Tekstslide


chloor          Cl2 (g)          Clara
fluor              F2 (g)           Fietst
stikstof        N2  (g)         Naar
waterstof    H2  (g)        Haar
zuurstof      O2  (g)         Oma
jood               I2  (s)           In
broom          Br2  (l)         Breda
Zeven elementen die uit twee atomen bestaan (tabel 3)
ezelsbruggetje      
      noteren

Slide 14 - Tekstslide

Noteer:
De zeven elementen die uit twee atomen bestaan (tabel 3)
 Clara
 Fietst
 Naar
Haar
Oma
 In
 Breda

Slide 15 - Tekstslide

De namen en formules uit deze tabel moet je uit je hoofd leren!

Slide 16 - Tekstslide

Systematische naamgeving
Scheikundigen geven een systematische naam aan moleculen. Over de hele wereld worden daar dezelfde regels voor gebruikt.

Slide 17 - Tekstslide

Noteer
Systematische naam: de wetenschappelijke, door regels opgestelde naam van een stof.

Slide 18 - Tekstslide

Formules van verbindingen
Enkele veelvoorkomende stoffen hebben naast een systematische naam ook nog een alledaagse, triviale naam


Leer deze namen en formules uit je hoofd:


Slide 19 - Tekstslide

Noteer
Triviale naam: de alledaagse naam van een stof.

Slide 20 - Tekstslide

De formule van een verbinding afleiden uit de systematische naam 
Voorbeeld:




Gebruikt Griekse telwoorden 

Slide 21 - Tekstslide

De formule van een verbinding afleiden uit de systematische naam. 
Stappenplan:
  1. Noteer de symbolen van de atoomsoorten in de naam
  2. Zet de nummers van de Griekse telwoorden, die in de naam voor de atoomsoort staan, achter het symbool van deze atoomsoort. Noteer de nummers als index.
  3. De laatste lettergreep van de naam is vaak -de.
  4. Zet de fase achter de formule.


Slide 22 - Tekstslide

Noteer
Stappenplan systematische naamgeving:
  1. Namen / symbolen van de atoomsoorten
  2. Index / Griekse telwoorden
  3.  -(i)de.
  4. Noteer de fase


Slide 23 - Tekstslide

Wat is de formule van Stikstofdioxide?
A
NO2
B
N2O
C
NO
D
NO2

Slide 24 - Quizvraag

Wat is de formule van Zwaveldichloride?
A
SCl
B
S2Cl
C
SCl2
D
S2Cl

Slide 25 - Quizvraag

Wat is de formmule van Fosforpentabromide?
A
F5Br
B
PBr5
C
FBr5
D
P5Br

Slide 26 - Quizvraag

De systematische naam geven bij een formule
Stappenplan:
  1. Noteer de namen van de symbolen met ruimte om er een telwoord voor te schrijven.
  2. Noteer het Griekse telwoord van elke index voor de bijbehorende atoomsoort. 
  3. Zet de uitgang -de achter de laatste atoomsoort. 

Slide 27 - Tekstslide

Wat is de systematische naam van
?
S2O2
A
Dizwaveldioxide
B
Dizwaveldizuurstof
C
Zwaveldioxide
D
Zwavelzuurstof

Slide 28 - Quizvraag

Wat is de systematische naam van
?
NF3
A
Stikstoffluoride
B
Stikstofdifluoride
C
Tristikstoffluoride
D
Stikstoftrifluoride

Slide 29 - Quizvraag

Formules van verbindingen 
Samenvatting. 
Leer de Griekse telwoorden uit je hoofd.

Voorbeelden van systematische namen:

Slide 30 - Tekstslide

Formules van verbindingen
Enkele veelvoorkomende stoffen hebben naast een systematische naam ook nog een alledaagse, triviale naam. Zo noem je H2O meestal water en niet diwaterstofmono-oxide.


Leer deze namen en formules uit je hoofd:


Slide 31 - Tekstslide

Deze les geleerd
  • Je kent de molecuulformules van de zeven elementen die uit twee atomen bestaan
  • Je kunt van een molecuulformule de systematische naam geven
  • Je kunt van een systematische naam een molecuulformule geven

Slide 32 - Tekstslide

Schrijf 2 dingen op die je deze les geleerd hebt

Slide 33 - Open vraag

Schrijf 1 of 2 dingen op die je deze les nog niet zo goed begrepen hebt

Slide 34 - Open vraag

Eigen werk
Doorlezen: H2.1 Uit je hoof leren: tabel 2 tot en met 5 
Maken: H2.1 opgave 4, 10 en 11d 
Neem vanaf nu je lesboek steeds mee naar de les!

Slide 35 - Tekstslide