De tweede atoomsoort krijgt een vervoegde vorm (tabel 4)
Slide 15 - Tekstslide
De systematische naam geven bij een formule
Stappenplan:
Noteer de namen van de symbolen met ruimte om er een telwoord voor te schrijven.
Noteer het Griekse telwoord van elke index voor de bijbehorende atoomsoort. Van de telwoorden tetra, penta en hexa mag je de laatste a weglaten.
Zet de uitgang -de achter de laatste atoomsoort.
Noteer:
Slide 16 - Tekstslide
Wat is de systematische naam van ?
S2O2
A
Dizwaveldioxide
B
Dizwaveldizuurstof
C
Zwaveldioxide
D
Zwavelzuurstof
Slide 17 - Quizvraag
Wat is de systematische naam van ?
NF3
A
Stikstoffluoride
B
Stikstofdifluoride
C
Tristikstoffluoride
D
Stikstoftrifluoride
Slide 18 - Quizvraag
De formule van een verbinding afleiden uit de systematische naam
Voorbeeld:
Gebruikt Griekse telwoorden
Slide 19 - Tekstslide
De formule van een verbinding afleiden uit de systematische naam.
Stappenplan:
Noteer de symbolen van de atoomsoorten in de naam
Zet de nummers van de Griekse telwoorden, die in de naam voor de atoomsoort staan, achter het symbool van deze atoomsoort. Noteer de nummers als index.
De laatste lettergreep van de naam is vaak -de.
Zet de fase achter de formule.
Noteer:
Slide 20 - Tekstslide
Wat is de formule van Stikstofdioxide?
A
NO2
B
N2O
C
NO
D
NO2
Slide 21 - Quizvraag
Wat is de formule van Zwaveldichloride?
A
SCl
B
S2Cl
C
SCl2
D
S2Cl
Slide 22 - Quizvraag
Wat is de formule van Fosforpentabromide?
A
F5Br
B
PBr5
C
FBr5
D
P5Br
Slide 23 - Quizvraag
Triviale namen
Slide 24 - Tekstslide
Noteer: Triviale namen
Niet-systematische namen die we in het dagelijks leven gebruiken: water, ammoniak, methaan, etc.