Les 1

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Grammatica

Slide 3 - Woordweb

Redekundig ontleden
  • Zinsdelen benoemen
  • Persoonsvorm
  • Gezegde
  • Onderwerp
  • Lijdend voorwerp

Slide 4 - Tekstslide

Persoonsvorm
De persoonsvorm vind je door het volgende te doen:
  1. Verander de tijd in de zin (tegenwoordig of verleden). Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.
  2. Verander de personen in de zin (enkelvoud of meervoud). Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.
  3. Bij een enkelvoudige zin (zin met maar 1 persoonsvorm), kun je ook een vraagzin maken. De persoonsvorm komt dan voorop te staan  

Slide 5 - Tekstslide

Gezegde
Alle werkwoorden in de zin.

Slide 6 - Tekstslide

Onderwerp
Het onderwerp is de persoon in de zin die iets doet. Het onderwerp vind je op de volgende manier:

Wie/wat + gezegde = onderwerp

Slide 7 - Tekstslide

Lijdend voorwerp
Het lijdend voorwerp hangt altijd samen met het onderwerp en het gezegde in de zin. Het lijdend voorwerp zit niet altijd in de zin. Je vindt het lijdend voorwerp op de volgende manier:

Wat/wie + onderwerp + gezegde = lijdend voorwerp

Slide 8 - Tekstslide

Odysseus

Slide 9 - Tekstslide

Ontleed de volgende zinnen in je schrift
1. Odysseus was een Griek.
2. De Grieken gingen vechten tegen de Trojanen en Odysseus deed mee. 
3. Helena is de mooiste vrouw van de wereld.
4. De Griekse aanvoerders houden een vergadering.
5. Odysseus komt met een plan en legt zijn plan uit. 

Slide 10 - Tekstslide