Les 02 - Goede zinnen schrijven

15 minuten lezen
timer
15:00
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

15 minuten lezen
timer
15:00

Slide 1 - Tekstslide

Goede zinnen schrijven
Schrijfvaardigheid §A3 (pagina 204-207)

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Als het goed is, weet je aan het eind van deze les: 
- waar je op moet letten bij het schrijven van een goede, begrijpelijke zin; 
- hoe je zinnen aanpast, zodat ze actief, korter en begrijpelijker worden. 
- hoe je kunt beargumenteren waarom een zin prettig leesbaar is of niet. 

Slide 3 - Tekstslide

Begrijpelijk schrijven
Vooral bij zakelijke communicatie is het belangrijk dat je begrijpelijk schrijft. 

Je wilt een boodschap overbrengen; daarom kun je het best zo duidelijk mogelijk zijn. 

Probeer het voor iedereen begrijpelijk te houden en gebruik geen onnodig moeilijke woorden.  

Een goede zin moet aan een aantal vereisten voldoen. 

Slide 4 - Tekstslide

Vereisten van een goede zin
- Een goede zin begint met een hoofdletter en eindigt met een leesteken; 
- Een goede zin heeft in elk geval een persoonsvorm en een onderwerp; 
- Een goede zin is geschreven in begrijpelijk, dagelijks taalgebruik en bevat geen overbodig moeilijke woorden of Engelse woorden.  
- De meeste zinnen tellen zo'n 7 á 10 woorden. Meer of minder is ook niet erg, zolang hij goed uit te spreken valt. 

Slide 5 - Tekstslide

Passieve zinnen
Schrijf zo actief mogelijk en probeer daarom passieve zinnen zo veel als mogelijk te vermijden. 

In een actieve zin treedt het onderwerp handelend op, terwijl er in een passieve zin iets met het onderwerp wordt gedaan. 

Slide 6 - Tekstslide

Vermijd tangconstructies
Tangconstructies zijn zinnen waarin woorden die bij elkaar horen ver uit elkaar staan, doordat ertussen extra uitleg wordt gegeven. 

Met andere woorden: probeer woorden die bij elkaar horen ook zo dicht mogelijk bij elkaar in de buurt te laten staan!


Slide 7 - Tekstslide

Informatie in een zin
Probeer niet te veel informatie in een zin te 'proppen'. 

Natuurlijk kun je gebruikmaken van bijzinnen, maar doe dit met mate. Zorg er op deze manier voor dat de zin niet te lang wordt, maar verwerk de informatie in meerdere zinnen. 

Slide 8 - Tekstslide

Volgorde van de zinsdelen
Probeer, om de tekst fijn leesbaar te houden, te variëren in de volgorde van de zinsdelen. 

Begin ook eens een zin met een ander zinsdeel dan het onderwerp. 

Ook kun je, om de tekst aantrekkelijker te maken, zinnen samenvoegen. 

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag
Werk nu aan opdracht 1 tot en met 5 op pagina 205. 
Een deel hiervan kijken we nog tijdens deze les na. 

Slide 10 - Tekstslide

Huiswerk
maken opdracht 6 & 7 blz. 206

Slide 11 - Tekstslide