Week 8 les 2

Woordenschat hoofdstuk 4
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare school

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Woordenschat hoofdstuk 4

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Planning periode 2
  • Doelen van het hoofdstuk
  • Terugblik
  • Uitleg
  • Opdrachten
  • Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Periode 2
  • Week 8
    Afronden lezen + woordenschat en start taalverzorging
  • Week 9 
    Carnavalsvakantie
  • Week 10
  • Afronden taalverzorging + toets hoofdstuk 4

Slide 3 - Tekstslide

Periode 2
  • Week 11
    Fictie opdracht (boek uit!)
    Voorbereiding toetsweek
  • Week 12
    Toetsweek
  • Week 13
    Projectweek

Slide 4 - Tekstslide

Doelen van het hoofdstuk
  • Aan het einde van dit hoofdstuk kun je de betekenis van woorden met meerdere betekenissen afleiden uit de tekst.
  • Aan het einde van dit hoofdstuk kun je de betekenis van een onbekend woord in de tekst vinden.
  • Aan het einde van dit hoofdstuk ken je de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen uit deze paragraaf.

Slide 5 - Tekstslide

Terugblik
  • Schrijf op waaraan je een opsomming kunt herkennen.
  • Schrijf twee signaalwoorden op van het tekstverband voorbeeld.
  • Noem de oorzaak het het gevolg van de volgende zin : 'Doordat er vervuild water wordt geloosd, gaan de vissen in de sloot dood.'
  • Welk singaalwoord voor oorzaak-gevolg staat in de vorige zin.

Slide 6 - Tekstslide

Woorden met meerdere betekenissen
  • Lees goed, aan de tekst kun je zien welke betekenis bedoeld wordt.
    'De juryleden prijzen de winnaar. Ze vinden het knap dat hij zelf het lied heeft geschreven.'
  • Prijzen = 1. hoeveel iets kost of wat je kunt winnen, 2. zeggen dat iemand of iets goed is. 
  • Alternatief
  • 1. andere mogelijkheid
  • 2. anders dan anders, apart

Slide 7 - Tekstslide

Aan het werk
  • Wat?   Woordenschat opdracht 1 t/m 3 bladzijde 96 / 98
  • Wanneer?    In de les
  • Waarom?     Woorden met meerdere betekenissen kunnen voor onduidelijkheid zorgen tijdens het lezen van een tekst. 
  • Hoe?   Zachtjes overleggen of in stilte
  • Klaar?   Nakijken, lezen, ander vak,  GEEN TELEFOON

Slide 8 - Tekstslide

Huiswerk
  • Woordenschat hoofdstuk 4 
    opdracht 1 t/m 3 bladzijde 96 / 98
    Af op vrijdag 21-02-2020
  • Nog 20 dagen tot de 
    fictieopdracht!

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide