Week 8 les 3

Woordenschat hoofdstuk 4
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare school

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Woordenschat hoofdstuk 4

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Planning periode 2
  • Doelen van het hoofdstuk
  • Terugblik
  • Uitleg
  • Opdrachten
  • Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Periode 2
  • Week 8
    Afronden lezen + woordenschat en start taalverzorging
  • Week 9 
    Carnavalsvakantie
  • Week 10
  • Afronden taalverzorging + toets hoofdstuk 4

Slide 3 - Tekstslide

Periode 2
  • Week 11
    Fictie opdracht (boek uit!)
    Voorbereiding toetsweek
  • Week 12
    Toetsweek
  • Week 13
    Projectweek

Slide 4 - Tekstslide

Doelen van het hoofdstuk
  • Aan het einde van dit hoofdstuk kun je de betekenis van woorden met meerdere betekenissen afleiden uit de tekst.
  • Aan het einde van dit hoofdstuk kun je de betekenis van een onbekend woord in de tekst vinden.
  • Aan het einde van dit hoofdstuk ken je de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen uit deze paragraaf.

Slide 5 - Tekstslide

Terugblik
  • Woorden kunnen meerdere betekenissen hebben.
  • Schrijf 4 woorden op die meerdere betekenissen hebben.
  • Schrijf achter iedere woord de twee betekenissen.
  • Pak 16 gekleurde kaartjes en schrijf de woorden en betekenissen op. 1 woord krijgt dus 4 kaartjes: 2x woord, 2x betekenis. 
  • Bewaar dit voor het einde van de les.

Slide 6 - Tekstslide

Woorden met meerdere betekenissen
  • Lees goed, aan de tekst kun je zien welke betekenis bedoeld wordt.
    'De juryleden prijzen de winnaar. Ze vinden het knap dat hij zelf het lied heeft geschreven.'
  • Prijzen = 1. hoeveel iets kost of wat je kunt winnen, 2. zeggen dat iemand of iets goed is. 
  • Alternatief
  • 1. andere mogelijkheid
  • 2. anders dan anders, apart

Slide 7 - Tekstslide

Aan het werk
  • Wat?   Woordenschat opdracht 4 t/m 7 bladzijde 99
  • Wanneer?    In de les
  • Waarom?     Woorden met meerdere betekenissen kunnen voor onduidelijkheid zorgen tijdens het lezen van een tekst. 
  • Hoe?   Zachtjes overleggen of in stilte
  • Klaar?   Nakijken, lezen, ander vak,  GEEN TELEFOON

Slide 8 - Tekstslide

Memory
  • Ga in tweetallen zitten.
  • Schud alle kaartjes van het begin van de les doorelkaar. Je hebt 32 kaartjes in totaal. 
  • Leg de kaartjes doorelkaar op zijn kop op de tafel.
  • Zoek de woorden en betekenissen bij elkaar. Heb je een set gevonden? Dan ben je nog een keer, anders gaat de beurt naar de volgende. Wie de meeste paren heeft wint. 

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk
  • Woordenschat hoofdstuk 4 
    opdracht 4 t/m 7 bladzijde 99
    Af op maandag 02-03-2020
  • Nog 18 dagen tot de 
    fictieopdracht!

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide