2 havo wohnen prapositionen

Schön, dass du da bist!
Schön, dass ihr da seid!
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Schön, dass du da bist!
Schön, dass ihr da seid!

Slide 1 - Tekstslide

Die Planung 
1. Filmpje? en grammatica vorige week
2. Persoonlijke voornaamwoorden 1e en 4e naamval
4. Voorzetsels met de 4e naamval
5. Oefeningen maken 
6. Liedje 
7. Spelletje


Slide 2 - Tekstslide

Schrijf het meervoud op en leg uit
das Fenster
der Schrank
das Klavier
die Wohnung

Slide 3 - Tekstslide

Zelfstandige naamwoorden -mv
1. Mannelijke woorden krijgen de uitgang -e en een umlaut (bij a, o, u)
2. Onzijdige woorden krijgen de uitgang -e
maar geen umlaut bij a, o of u
3. Als mannelijke en onzijdige woorden eindigen op -el, -en, -er verandert er niets
4. Vrouwelijke woorden krijgen de uitgang -n of-en

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen 1/1
kennen
1. Je kent de persoonlijke voornaamwoorden in de eerste en 4e naamval.
2. Je weet hoe je de 4e naamval vindt.
3. Je kent de voorzetsels in het Duits met een 4e naamval

4. we oefenen met de woorden


Slide 5 - Tekstslide

Zinsontleding

1e naamval = onderwerp

4e naamval = lijdend voorwerp

Slide 6 - Tekstslide


Ik kom morgen ook

Heb je ik gezien? of heb je mij gezien?

Slide 7 - Tekstslide

Persoonlijke vnw in de 4e naamval

ich  - mich
du  -  dich
etc.
Heb je mij gezien?
Hast du mich gesehen?

Slide 8 - Tekstslide

 Het persoonlijk voornaamwoord in de 1e en 4e naamval, blz 43
> Persoonlijk voornaamwoord

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Ook het vragend voornaamwoord wer verandert in de vierde naamval van vorm.

1. wer ist das?
4. Für wen sind diese Möbel?

Slide 11 - Tekstslide

Hast du (mij) gesehen?

Slide 12 - Open vraag

Hasst du (haar) gesehen?

Slide 13 - Open vraag

Kennst du (hem)?

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Video

Voorzetsels met een 4e naamval
durch, für, ohne , um , bis ,gegen
blz. 45 boek

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Ich gehe durch den Park (door)

Slide 18 - Tekstslide

Die Rose ist für meine Mutter. (voor)
Die Rose ist für .........

Slide 19 - Tekstslide

Ohne Geld kann ich nichts kaufen (zonder)

Slide 20 - Tekstslide

Die Kette hängt um ihren Hals. (om)

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Das Auto fährt gegen einen Baum. (tegen)

Slide 23 - Tekstslide

Das Bett ist viel zu klein für (hem)....

Slide 24 - Open vraag

Für (wie) .....ist dieser Stuhl?

Slide 25 - Open vraag

Aufgaben ab Seite 43
Aufgabe 19
Aufgabe 23
Aufgabe 24

Na aflopen timer controle/nakijken


timer
5:00

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Domino met woorden!

Slide 28 - Tekstslide

die Wohnung                   die Tùr

die Dusche               die Garage

die Küche                     Die Wand
die Toilette                die Dusche  

das Sofa                        das Bett  
das Einfamilienhaus       das                                                          Haus             


Slide 29 - Tekstslide

der Schreibtisch  das Fenster 
das Schlaf-     Wohnzimmer 

das Balkon        der Bauernhof

der Schreibtisch der Schrank

der Stuhl          der Tisch

der Fernseher   der Garten

Slide 30 - Tekstslide