Pak elk 5 kaarten.
Leg de kaarten die het best bij je passen open voor je neer.
De rest houd je op je hand. Die kun je later aan andere spelers geven.
Start spel:
Trek om de beurt een kaart van de stapel en voer één van de onderstaande acties uit.
- Leg op tafel; Leg een van je kaarten bij jezelf of een andere speler neer.
Leg altijd uit waarom je de kaart bij jezelf of de ander vind passen.
- Gooi kaarten weg; Leg kaarten die je niet kunt gebruiken op de aflegstapel.
- Pak een extra kaart; Neem de kaart op je hand. Je beurt is voorbij, maar je
hebt wel extra mogelijkheden de volgende beurt.