Betrekkelijk voornaamwoord
De e-mails die ik voor Nederlands moest schrijven.
- die verwijst naar de e-mails
De tas die ik heb teruggegeven.
Het schrift dat ik van juf Melis heb gekregen.
- dat verwijst naar het schrift
Hij is iemand, wie ik zoiets nooit zou toevertrouwen.
Dat is alles, wat ik wilde zeggen.