1. samenstellingen van drie woorden of minder: tuinman, bruinebonensoep.
2. woorden die gemaakt zijn van er, hier, daar, waar + een voorzetsel: hierom, daarachter, waarna.
3. getallen met honderd en duizend: driehonderd, dertigduizend.
4. veel samengestelde werkwoorden: autorijden, koffiedrinken, pianospelen.
5. Veel samengestelde bijvoeglijk naamwoorden, dichtbevolkt, stomverbaasd, ingemaakt.