les 8.3.2 Rekenen aan verbrandingsreacties

8.3.2 Rekenen aan verbrandingsreacties
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

8.3.2 Rekenen aan verbrandingsreacties

Slide 1 - Tekstslide

Planning

Slide 2 - Tekstslide

5a
  • 2Mg = 2 × 24,3 = 48,6 
  • O21 × 32,0 = 32,0 
  • 2 MgO =2 × 24,3 +1 × 32,0 =  80,6


 

Slide 3 - Tekstslide

5b
  • 2Mg = 2 × 24,3 = 48,6 
  • O21 × 32,0 = 32,0 
  • 2 MgO =2 × 24,3 +1 × 32,0 =  80,6

De massaverhouding is 48,6 : 32,0. Je hebt dus 32,0 g zuurstof nodig.


 

Slide 4 - Tekstslide

5c

Slide 5 - Tekstslide

5c




? = 32 : 48,6 x 35 = 23 g zuurstof

Slide 6 - Tekstslide

8.3 Rekenen aan verbrandingsreacties

  • Je kunt de massaverhouding bij een chemische reactie bepalen op basis van de moleculaire massa's van de betrokken stoffen. 
  • Je kunt bepalen hoe groot de overmaat bij een chemische reactie is. 

Slide 7 - Tekstslide

overmaat

  • 2 H2 (g) + O2 (g) --> 2 H2O (g)
  • De reactievergelijking geeft de massaverhouding.
  • Als die verhouding niet ideaal is, zal er een van de beginstoffen een beetje overblijven. De overgebleven stof noem je: overmaat

Slide 8 - Tekstslide

overmaat
  • 2 H2 (g) + O2 (g) --> 2 H2O (g)
  • Jenthe brengt 10 g waterstof en 20 g zuustof bij elkaar. Bepaal welke stof in overmaat is.
  • Eerst altijd schatting maken! Dit doe je aan de hand van de massaverhouding. De stof waarvan je denkt dat die als eerste zal opraken, zet je in de verhoudingstabel!

Slide 9 - Tekstslide

  • Jenthe brengt 10 g waterstof en 20 g zuustof bij elkaar. Bepaal welke stof in overmaat is.






  • 2 H2 (g) + O2 (g) --> 2 H2O (g)

Slide 10 - Tekstslide

Maken: 6, 7 en 8 (vanaf blz 103)

Slide 11 - Tekstslide

8a

Slide 12 - Tekstslide

8b

Slide 13 - Tekstslide

8b




? = 591 : 485,4 x 36 = 43,83 g ijzer(III)bromide

Slide 14 - Tekstslide