Vervoer 4.5 consumenten en producenten surplus - afronding
1 / 24
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Is er bij substitutiegoeden spraken van een positief of negatief verband?
A
Positief
B
Negatief
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
Welke kleur is het producenten surplus?
A
Oranje
B
Groen
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Qa = P -40
Qv = -0,5P+80
Qa = Qv
Wat is de evenwichtsprijs?
Qv = -0,5P+80
Qa = Qv
Wat is de evenwichtsprijs?
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Tekstslide
Is er in de evenwichtssituatie een surplus?
A
Ja
B
Nee
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
1 consumenten verliezen het vertrouwen in de economie en zij bang voor inkomensverlies als gevolg van de toenemende werkloosheid.
2 Banken krijgen te maken met klanten die hun hypotheekleningen niet meer kunnen betalen en verstrekken daarom amper nog nieuwe hypotheek leningen.
2 Banken krijgen te maken met klanten die hun hypotheekleningen niet meer kunnen betalen en verstrekken daarom amper nog nieuwe hypotheek leningen.
A
Situatie 1
B
Situatie 2
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Qv = -2P + 72
Qa = 0,5P – 3
Bereken de evenwichtsprijs
Qa = 0,5P – 3
Bereken de evenwichtsprijs
Slide 20 - Open vraag
Slide 21 - Tekstslide
Qv = -2P + 72
Qa = 0,5P – 3
De evenwichtsprijs is €30
Bereken de evenwichthoeveelheid
Qa = 0,5P – 3
De evenwichtsprijs is €30
Bereken de evenwichthoeveelheid
