In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Maak eerst zelf de som in je schrift.
Vul je antwoord in en kijk of je het goed hebt gedaan.
Slide 2 - Tekstslide
CE = 24 cm. AC = 60 cm
Bereken de vergrotingsfactor
Schrijf de som erbij.
Ofwel: vul de formule in
Slide 3 - Open vraag
Jan legt een poster van 40 cm bij 60 cm onder het kopieerapparaat. Hij stelt de machine in op 85%
Wat is dan de vergrotingsfactor?
Slide 4 - Open vraag
Jan legt een poster met breedte 22 cm en lengte 30 cm onder het kopieerapparaat. Hij stelt de machine in op 120%
Wat worden de nieuwe maten van de kopie?
Slide 5 - Open vraag
Slide 6 - Open vraag
Ik heb een moestuin met een oppervlakte van 4 m² De tuin wordt vergroot met factor 3,7. Wat wordt de oppervlakte van de nieuwe tuin? Rond af op hele vierkante meters
Slide 7 - Open vraag
De inhoud van een normale kom is 200 ml.
Deze inhoud is 25 keer vergroot.
Wat is de inhoud in het echt??
Reken om naar liters.
Slide 8 - Open vraag
Bij de volgende slide ga je naar een website
Mocht de link niet werken dan kan je zelf intypen:
https://app.dwo.nl/vo/
Log in als gast. je vindt hier allerlei appjes om bouwwerken te maken, draaien, ofwel goed voor ruimtelijk inzicht.
Slide 9 - Tekstslide
app.dwo.nl
Slide 10 - Link
SCHAAL
1 : 300 betekent dat het voorwerp in het echt 300 keer zo groot is. Je kan nooit zeggen: de schaal is 1: 300 cm of de schaal is 3 : 125. Schaal begint altijd met 1 en bevat geen eenheid.
Is je model bijv 5 cm, dan is het in het echt 300 x zo groot, dus 300 x 5 = 1500 cm
Slide 11 - Tekstslide
Deze autootjes zijn schaal 1:100 De lengte van de rode auto is 5cm. Hoelang is deze auto in meters in het echt?
Slide 12 - Open vraag
De lengte van de rode auto is 3 cm. In het echt is de auto 4,5 m. Bereken de schaal.
Slide 13 - Open vraag
Slide 14 - Open vraag
Deel 1 H6 Vergroten
Leer deze trappen uit je hoofd en zorg dat je ermee kan werken
Slide 15 - Tekstslide
Metriek stelsel
400dm3=...m3
A
40
B
4
C
4000
D
0,4
Slide 16 - Quizvraag
bij het omrekenen met inhoud maten moet je per stap..
A
: of x 10
B
: of x 100
C
: of x 1000
D
: of x 1000000
Slide 17 - Quizvraag
28,7 dl = ............... dm³
A
28,7
B
2,87
C
0,0287
D
287
Slide 18 - Quizvraag
Wordt het al wat duidelijker? Bekijk de filmpjes en oefen sommen.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.