Wiskunde 31-03-2021

Straks: 
Start van de les, extra onderdeel
Nu: Zelfstandig werken volgens het rooster.
Padlet, LessonUp en Classroom opstarten. 
10 min. na de start van de les gaan we verder.
81 DT1 DT2 DT3 DT4 DT5 DT6
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Straks: 
Start van de les, extra onderdeel
Nu: Zelfstandig werken volgens het rooster.
Padlet, LessonUp en Classroom opstarten. 
10 min. na de start van de les gaan we verder.
81 DT1 DT2 DT3 DT4 DT5 DT6

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de leugen?
A
n gebruiken we in de statistiek vaak voor een onbekend aantal
B
Een rooster bij kans heeft altijd 6 bij 6 vakjes
C
Kansen ronden we af op 3 decimalen

Slide 2 - Quizvraag

Volgend onderdeel

Slide 3 - Tekstslide

Opgave 78

Slide 4 - Tekstslide

Ik teken een rooster
Teken het rooster in je schrift. 


Slide 5 - Tekstslide

We kijken naar de opgaven en zoeken uit hoe we aan het antwoord komen.
a) P(de aantallen ogen zijn gelijk)

1. Wat betekent dit? 
2. Hoeveel mogelijkheden heb je?
3. Hoe zet je dit in de formule? 
4. Wat is je antwoord? 

Slide 6 - Tekstslide

We kijken naar de opgaven en zoeken uit hoe we aan het antwoord komen.
a) P(de aantallen ogen zijn gelijk)

1. Wat betekent dit? 
2. Hoeveel mogelijkheden heb je?
3. Hoe zet je dit in de formule? 
4. Wat is je antwoord? 

Slide 7 - Tekstslide

We kijken naar de opgaven en zoeken uit hoe we aan het antwoord komen.
a) P(de aantallen ogen zijn gelijk)
Ik heb 6 gunstige uitkomsten.
kans = gunstig / totaal.
= 6 / 36 
≈ 0,167

Slide 8 - Tekstslide

We kijken naar de opgaven en zoeken uit hoe we aan het antwoord komen.
b) P(de som van de ogen is een kwadraat)

1. Wat betekent dit? 
2. Hoeveel mogelijkheden heb je?
3. Hoe zet je dit in de formule? 
4. Wat is je antwoord? 

Slide 9 - Tekstslide

We kijken naar de opgaven en zoeken uit hoe we aan het antwoord komen.
b) P(de som van de ogen is een kwadraat)

1. Wat betekent dit? 
2. Hoeveel mogelijkheden heb je?
3. Hoe zet je dit in de formule? 
4. Wat is je antwoord? 

Slide 10 - Tekstslide

We kijken naar de opgaven en zoeken uit hoe we aan het antwoord komen.
b) P(de som van de ogen is een kwadraat)
Ik heb 7 gunstige uitkomsten. 
kans = gunstig / totaal
= 7 / 36
≈ 0,194
Dus...

Slide 11 - Tekstslide

We kijken naar de opgaven en zoeken uit hoe we aan het antwoord komen.
c) P(het verschil van de ogen is 2)

1. Wat betekent dit? 
2. Hoeveel mogelijkheden heb je?
3. Hoe zet je dit in de formule? 
4. Wat is je antwoord? 

Slide 12 - Tekstslide

We kijken naar de opgaven en zoeken uit hoe we aan het antwoord komen.
c) P(het verschil van de ogen is 2)

1. Wat betekent dit? 
2. Hoeveel mogelijkheden heb je?
3. Hoe zet je dit in de formule? 
4. Wat is je antwoord? 

Slide 13 - Tekstslide

We kijken naar de opgaven en zoeken uit hoe we aan het antwoord komen.
c) P(het verschil van de ogen is 2)
Ik heb alle mogelijke opties gemarkeerd. Dat zijn er dus 8. 
kans = gunstig / totaal
= 8 / 36
≈ 0,222
Dus...

Slide 14 - Tekstslide

We kijken naar de opgaven en zoeken uit hoe we aan het antwoord komen.
d) Simone gooit 300 keer met twee dobbelstenen. Hoe vaak verwacht je dat ze gelijke ogen gooit?
1. Wat kunnen we uit het rooster halen?
2. Hoe berekenen we dit antwoord?

 

Slide 15 - Tekstslide

We kijken naar de opgaven en zoeken uit hoe we aan het antwoord komen.
d) Simone gooit 300 keer met twee dobbelstenen. Hoe vaak verwacht je dat ze gelijke ogen gooit?
In a hebben we berekend dat deze kans 0,167 is. Als ze 300 keer gooit, doe je 300 x 0,167 = 50,1. Dus...

 

Slide 16 - Tekstslide

Als een opgave zoals 78 op de toets komt, kun je deze dan zelf maken?
Ja, goed
Ja, alleen kost het me wel wat denktijd
Een beetje, ik ga nog fouten maken
Nee, ik denk niet dat ik dit kan

Slide 17 - Poll

Verder met zelfstandig werken

Slide 18 - Tekstslide

1. Hoe ging deze les?
2. Wat heb je geleerd?
3. Wat doen we volgende les?

Slide 19 - Tekstslide