2.3 afronden in praktische situaties en met geld

Welkom Mavo 1B
Op tafel:
- Pen, rekenmachine, Leerboek & werkboek, wiskundeschrift
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom Mavo 1B
Op tafel:
- Pen, rekenmachine, Leerboek & werkboek, wiskundeschrift

Slide 1 - Tekstslide

Planning van de les

Lesstof toetsweek 
Terugblik vorige week: §2.1 Getallen en §2.2 afronden
Huiswerk nakijken

Nieuwe lesstof: §2.3 afronden in praktische situaties en met geld

Aan de slag 

Slide 2 - Tekstslide

Toetsweek 1
Hoofdstuk 1: ruimtefiguren
  • alles hebben we gehad: kubus, balk, cilinder, prisma en piramide. 

Hoofdstuk 2: getallen

§2.1 Getallen
§2.2 Afronden
Klaar
§2.3 Afronden in praktische situaties
Vandaag
§2.4 Verhoudingstabellen
Morgen
SO Hoofdstuk 2
Donderdag 6 oktober lesuur 7

Slide 3 - Tekstslide

Les gemist?

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen vorige week 
Aan het einde van de les weet je...


... hoe je decimale getallen afrondt.

  • Wat is een decimaal getal?
  • Wat zijn de stappen ook alweer?


Slide 5 - Tekstslide

Huiswerk nakijken

Slide 6 - Tekstslide

Huiswerk nakijken

Slide 7 - Tekstslide

Wisbordjes


Gebruik je alleen voor wiskunde :)

Slide 8 - Tekstslide

Terugblik

Terugblik vorige week: §2.1 Getallen 
  1. In welk getal is het cijfer 3 een tiental? 23,0 of 134 of 300 of 12,30
  2. Schrijf 17,13 miljard met alleen cijfers
  3. Schrijf alle delers op van het getal 8
  4. Schrijf de eerste vier veelvouden van het getal 5 op. 

Slide 9 - Tekstslide

Terugblik antwoorden

Terugblik vorige week: §2.1 Getallen 
  1. In welk getal is het cijfer 3 een tiental? 23,0 of 134 of 300 of 12,30
  2. Schrijf 17,13 miljard met alleen cijfers 17130000000
  3. Schrijf alle delers op van het getal 8    1, 2, 4, 8
  4. Schrijf de eerste vier veelvouden van het getal 5 op. 5, 10, 15, 20

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoelen vandaag
§2.3 afronden in praktische situaties en met geld
Aan het einde van de les weet je...

... hoe je afrondt in praktische situaties
... hoe je afrondt met geld

Slide 11 - Tekstslide

Wisbordje
Een klas heeft 29 leerlingen. De klas gaat roeien.
In 1 roeiboot kunnen maximaal 4 leerlingen.
Kevin is een leerling uit deze klas.
Kevin zegt: "29:4 = 7,25 Afgerond is dat 7.
We hebben dus 7 boten nodig"
 
Heeft Kevin gelijk? Leg je antwoord uit!

Slide 12 - Tekstslide

Afronden in praktische situaties
Soms is het in praktische situaties niet mogelijk om getallen af te ronden zoals we eerder geleerd hebben. In het geval van de opdracht hiervoor bijvoorbeeld.
Als je 7,25 boten nodig hebt voor 29 leerlingen dan kan je dit niet afronden naar 7 boten, omdat je dan leerlingen moet achter laten. Je hebt dus 8 boten nodig.

Staat er bij de opgave niet bij hoe je moet afronden, kijk dan goed naar de situatie om te weten hoe je moet afronden. 

Slide 13 - Tekstslide

Hoe schrijf je dat goed op!

Slide 14 - Tekstslide

Een klas heeft 29 leerlingen. De klas gaat roeien.
In 1 roeiboot kunnen maximaal 4 leerlingen.
Kevin is een leerling uit deze klas.
Kevin zegt: "29:4 = 7,25 Afgerond is dat 7.
We hebben dus 7 boten nodig"

Heeft Kevin gelijk? Leg je antwoord uit!

Slide 15 - Open vraag


Je hebt €3,80 in je portemonnee. Je gaat snickers kopen in de winkel.
Eén snicker kost €0,80 per stuk.
Hoeveel snickers kun je kopen van €3,80?
Leg uit hoe je aan je antwoord komt.


Wisbordje

Slide 16 - Tekstslide


Je hebt €3,80 in je portemonnee. Je gaat snickers kopen in de winkel.
Eén snicker kost €0,80 per stuk.
Hoeveel snickers kun je kopen van €3,80?

3,80 : 0,80 = 4,75
Je kunt dus 4 hele snickers kopen

Antwoord

Slide 17 - Tekstslide


Je hebt €3,80 in je portemonnee. Je gaat snickers kopen in de winkel.
Eén snicker kost €1,- per stuk.
Hoeveel snickers kun je kopen van €3,80?

Leg uit hoe je aan je antwoord komt.

Slide 18 - Open vraag

Afronden met contant geld
Tegenwoordig hebben wij in Nederland geen 1 en 2 centen meer, 5 cent hebben we nog wel.
 
Daarom moeten bedragen worden afgerond.
 
We ronden dat af op veelvouden van 5 cent.

Slide 19 - Tekstslide

Welke veelvoud van 5 komt er voor en na je decimale getal?

Bij welk getal zit je decimale getal dichter in de buurt?

Rond af op de veelvoud van 5 waar je getal het dichtst bij in de buurt zit! (2 decimalen)
Afronden met contant geld

Slide 20 - Tekstslide

0,32 dichter in de buurt bij 0,30 dan 0,35. Dus afronden op 0,30.

54,87 dichter in de buurt bij 54,85 dan 54,90 dus afronden op 54,85.

33,38 dichter in de buurt bij 33,40 dan 33,35 dus afronden op 33,40.

78,01 dichter in de buurt bij 78,00 dan 78,05 dus afronden op 78,00.
Afronden met contant geld

Slide 21 - Tekstslide

Wisbordjes

Je doet boodschappen bij de Jumbo en op het scherm staat een bedrag van €27,93. Je wil contant betalen. Hoeveel reken je af?
  • 27,93 dichter in de buurt bij 27,95 dan 27,90. Dus afronden op 27,95.



Slide 22 - Tekstslide

Wisbordjes

Je haalt de volgende boodschappen:
paprika (€1,42), ui (€0,94) en kip (7,23).
Hoeveel betaal je als je contant afrekent?
Reken dit uit met je rekenmachine!
  • 1,42+0,94 + 7, 23 = 9,59. Dat wordt €9,60


Slide 23 - Tekstslide

Wisbordjes
Schoon inleveren :) 


Slide 24 - Tekstslide

Je doet boodschappen bij de Jumbo en op het scherm staat een bedrag van €27,93. Je wil contant betalen. Hoeveel reken je af?
A
€27,00
B
€27,90
C
€27,95
D
€28,00

Slide 25 - Quizvraag

Je haalt de volgende boodschappen:
paprika (€1,42), ui (€0,94) en kip (7,23).
Hoeveel betaal je als je contant afrekent?
Reken dit uit in je schrift!
A
€9,50
B
€9,55
C
€9,59
D
€9,60

Slide 26 - Quizvraag

Aan de slag
Zelf oefenen vanaf blz 
LB 74
Opgave 40, 41, 42, 47, 48

Moeilijk? Lees de gele theorieblokken in je boek.

Klaar? Dan ga je Smartrekenen.

Slide 27 - Tekstslide

Leerdoelencheck
Aan het einde van de les weet je...


... hoe je afrondt in praktische situaties
... hoe je afrondt met geld

Slide 28 - Tekstslide


Woensdag 5 oktober september lesuur 4
Wis - Opgave 40, 41, 42, 47, 48 vanaf blz  74
Moeilijk? Kijk dan het filmpje https://youtu.be/Z1kXlLMbdSc en  https://youtu.be/TxlK3sjpnPU 

Meenemen: LB + WB deel1 + ruitjesschrift + pen + potlood + rekenmachine 
Donderdag 6 oktober lesuur 7 SO hoofdstuk 2





Huiswerk

Slide 29 - Tekstslide

Smartrekentoppers van deze week! :)
Smartrekenen

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide