Les 37 formeel & informeel taalgebruik

Het programma 
de lesdoelen 
uitleg les 37 (+ les 38) 
aantekeningen maken 
klassikale oefening 
terugkoppeling lesdoelen + vooruitblik volgende les 

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Het programma 
de lesdoelen 
uitleg les 37 (+ les 38) 
aantekeningen maken 
klassikale oefening 
terugkoppeling lesdoelen + vooruitblik volgende les 

Slide 1 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Het lesdoel 
Aan het einde van de les kan ik een voorbeeld geven van informeel en formeel taalgebruik. 

Slide 3 - Tekstslide

Hoe begroet je iemand
in een mail?

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Aantekeningen
Formeel taalgebruik = zakelijk taalgebruik 
- je spreekt vooral met 'u' 
- geen straattaal 
- nette zinnen 

informeel taalgebruik = persoonlijk taalgebruik 
- je spreekt vooral met 'je' 
- je spreekt zo tegen mensen die je kent 

Slide 14 - Tekstslide

formeel of informeel?

Met mij is alles prima!
A
Formeel
B
Informeel

Slide 15 - Quizvraag

formeel of informeel?

Met vriendelijke groet,
A
Formeel
B
Informeel

Slide 16 - Quizvraag

Als je informele taal gebruikt ken je de persoon?
A
niet
B
een beetje
C
wel
D
helemaal niet

Slide 17 - Quizvraag

formeel of informeel?

Sorry voor het storen.
A
Formeel
B
Informeel

Slide 18 - Quizvraag

Wat is een juiste aanhef bij een informele mail?
A
Hallo Marit,
B
Geachte mevrouw Zijlstra,
C
Groetjes, Marit
D
Met vriendelijke groet, Marit Zijlstra

Slide 19 - Quizvraag

formeel of informeel?
Kijk uit joh!

A
formeel
B
informeel

Slide 20 - Quizvraag

Gebruik je bij 'ouderen'
informele of formele taal?
A
informeel
B
formeel

Slide 21 - Quizvraag

Gebruik je bij 'kinderen'
informele of formele taal?
A
informeel
B
formeel

Slide 22 - Quizvraag

Hopelijk heb ik u voldoende geïnformeerd.
Formeel of informeel?
A
formeel
B
informeel

Slide 23 - Quizvraag

Welke aanhef gebruik je bij een informele tekst?
A
Geachte
B
Beste
C
Hai
D
Hoi

Slide 24 - Quizvraag

Een voorbeeld van een informele tekst is een?
A
sollicitatiebrief
B
uitnodiging
C
klachtenbrief
D
berichtje van jouw broer

Slide 25 - Quizvraag

Een informele tekst lijkt meer op spreektaal
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Wat is een juiste afsluiting bij een informele mail?
A
Hallo Marit,
B
Geachte mevrouw Zijlstra,
C
Groetjes, Marit
D
Met vriendelijke groet, Marit Zijlstra

Slide 27 - Quizvraag

Het lesdoel 
Aan het einde van de les kan ik een voorbeeld geven van informeel en formeel taalgebruik. 


Vooruitblik volgende les --> e-mail schrijven 

Slide 28 - Tekstslide