grammatica zinsdelen M13
Noem 2 manieren waarop je de PV kunt zoeken.
1 / 20
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Noem 2 manieren waarop je de PV kunt zoeken.
Slide 1 - Open vraag
De lieve jongen is meteen naar huis gegaan.
PV=
PV=
A
De lieve jongen
B
is
C
gegaan
D
meteen
Slide 2 - Quizvraag
gezegde
Slide 3 - Woordweb
Welke vraag stel je om het onderwerp in een zin te vinden?
Slide 4 - Open vraag
De mooie foto van de lieve hond hangt aan de witte muur bij mij thuis.
A
de foto
B
de mooie foto
C
de mooie foto van de lieve hond
D
de lieve hond
Slide 5 - Quizvraag
Welke vraag stel je om het lijdend voorwerp in een zin te vinden?
Slide 6 - Open vraag
Mijn vriend en ik hebben een prachtig cadeau voor onze lieve oma gekocht.
Lijdend voorwerp?
Lijdend voorwerp?
A
mijn vriend en ik
B
een prachtig cadeau
C
onze lieve oma
Slide 7 - Quizvraag
Nienke strooit elke dag hooi in de stal van haar paard.
PV?
PV?
A
Nienke
B
strooit
C
hooi
D
haar paard
Slide 8 - Quizvraag
Nienke strooit elke dag hooi in de stal van haar paard.
OW?
OW?
A
Nienke
B
strooit
C
hooi
D
haar paard
Slide 9 - Quizvraag
Nienke strooit elke dag hooi in de stal van haar paard.
LV?
LV?
A
Nienke
B
de stal
C
hooi
D
haar paard
Slide 10 - Quizvraag
De gewonde vrouw is met de ambulance naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis gebracht.
WG?
WG?
A
is
B
is gebracht
C
gewonde is gebracht
D
is dichtstbijzijnde gebracht
Slide 11 - Quizvraag
De bloeddonor zal regelmatig bloed afstaan.
PV?
PV?
A
zal
B
afstaan
C
bloeddonor
D
bloed
Slide 12 - Quizvraag
De bloeddonor zal regelmatig bloed afstaan.
WG?
WG?
A
zal
B
zal afstaan
C
bloeddonor
D
bloed
Slide 13 - Quizvraag
De bloeddonor zal regelmatig bloed afstaan.
OW?
OW?
A
zal
B
zal afstaan
C
de bloeddonor
D
bloed
Slide 14 - Quizvraag
De bloeddonor zal regelmatig bloed afstaan.
LV?
LV?
A
zal
B
zal afstaan
C
de bloeddonor
D
bloed
Slide 15 - Quizvraag
De leraar heeft vaak huiswerk opgegeven aan de leerlingen van M13.
LV?
LV?
A
De leraar
B
huiswerk
C
de leerlingen
D
M13
Slide 16 - Quizvraag
De muzikant zou zijn piano nog geen dag kunnen missen.
WG?
WG?
A
zou
B
zou kunnen
C
zou kunnen missen
D
kunnen missen
Slide 17 - Quizvraag
De muzikant zou zijn piano nog geen dag kunnen missen.
LV?
LV?
A
de muzikant
B
zijn piano
C
geen dag
D
kunnen missen
Slide 18 - Quizvraag
Maak zelf een zin die bestaat uit:
OW - PV - LV -WG
OW - PV - LV -WG
Slide 19 - Open vraag
Maak zelf een zin die bestaat uit:
PV - OW - ander zinsdeel - LV - WG ?
PV - OW - ander zinsdeel - LV - WG ?
