Thema 4.4 planten & dieren

Lesverloop
  1. Maak de startopdracht (als je het niet weet mag je jouw boek gebruiken)
  2. Uitleg
  3. Kennisvragen
  4. Zelfstandig werken 
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lesverloop
  1. Maak de startopdracht (als je het niet weet mag je jouw boek gebruiken)
  2. Uitleg
  3. Kennisvragen
  4. Zelfstandig werken 

Slide 1 - Tekstslide

Startvragen

Slide 2 - Tekstslide

1. Welk organisme heeft geen celkern in de cel?
A: Dieren
B: Planten
C: Schimmel
D: Bacterie

Slide 3 - Tekstslide

1. Welk organisme heeft geen celkern in de cel?
A: Dieren
B: Planten
C: Schimmel
D: Bacterie

Slide 4 - Tekstslide

2. Welk organisme heeft geen celwand om de cel?
A: Dieren
B: Planten
C: Schimmel
D: Bacterie

Slide 5 - Tekstslide

2. Welk organisme heeft geen celwand om de cel?
A: Dieren
B: Planten
C: Schimmel
D: Bacterie

Slide 6 - Tekstslide

3. Welk 2 soorten manieren kunnen planten zich voortplanten?


Slide 7 - Tekstslide

Zaadplanten

Planten zich voort door zaden
Sommige zaadplanten hebben bloemen.


Sporenplanten
Mossen, varens en paardenstaarten.
Deze planten zich voort door sporen

Slide 8 - Tekstslide

4. Teken een dieren cel en een planten cel en benoem de cel kenmerken:

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Wat ga je deze les leren?
  • Je kunt planten indelen door te kijken naar de bouw en de manier van voortplanten.
  • Je kunt dieren indelen door te kijken naar de symmetrie en het skelet.

Slide 13 - Tekstslide

Ordenen planten
  1. Kijk naar de organen van de plant
  2. Wat wel aanwezig of niet aanwezig
  3. Kijk hoe ze zich voortplanten

Slide 14 - Tekstslide

Zaadplanten

Planten zich voort door zaden
Sommige zaadplanten hebben bloemen.


Sporenplanten
Mossen, varens en paardenstaarten.
Deze planten zich voort door sporen

Slide 15 - Tekstslide

Wieren 
Kenmerken van wieren:
  • Geen wortels
  • Geen stengel
  • Geen bladeren
  • Geen bloemen
  • Sporen (meercellig)
  • Deling (ééncellig)
(en algen)

Slide 16 - Tekstslide

Ordening van planten
Het rijk van de planten bestaat uit de stammen:

- Zaadplanten
- Sporenplanten
- Wieren en Algen

Slide 17 - Tekstslide


Dieren
Dieren

Slide 18 - Tekstslide

Veel soorten dieren
Indeling op basis van kenmerken

Slide 19 - Tekstslide

Indeling dieren

Slide 20 - Tekstslide

Indeling dieren op basis van  symmetrie
  • Symmetrie (in twee gelijke helften te verdelen)

  • geen symmetrie
  • tweezijdig symmetrisch
  • veelzijdig symmetrisch

Slide 21 - Tekstslide

inwendig skelet
uitwendig skelet
geen skelet

Slide 22 - Tekstslide

Stammen van het dierenrijk
Neteldieren
Sponzen
Wormen
Weekdieren
Geleedpotigen
Stekelhuidigen
Gewervelden

Slide 23 - Tekstslide

Sponsdieren

Slide 24 - Tekstslide

Neteldieren

Slide 25 - Tekstslide

wormen

Slide 26 - Tekstslide

weekdieren

Slide 27 - Tekstslide

geleedpotigen

Slide 28 - Tekstslide

stekelhuidigen

Slide 29 - Tekstslide

De Gewervelden

Slide 30 - Tekstslide

Indeling dieren

Slide 31 - Tekstslide

Vragen
Schrijf ze op je blaadje

Slide 32 - Tekstslide

Heeft dit dier een skelet? Zo ja; wat voor soort skelet?
A
Nee, geen skelet
B
Ja, een inwendig skelet
C
Ja, een uitwendig skelet
D
Ja, zowel inwendig als uitwendig skelet.

Slide 33 - Quizvraag

Is het dier niet-symmetrisch, tweezijdig symmetrisch of veelzijdig symmetrisch?
A
Niet-symmetrisch.
B
Tweezijdig symmetrisch.
C
Veelzijdig symmetrisch.

Slide 34 - Quizvraag

Het skelet is...
A
Inwendig
B
Uitwendig

Slide 35 - Quizvraag

Een dier met een inwendig skelet heeft zijn skelet aan de ...?
A
Binnenkant. In zijn lichaam.
B
Buitenkant. Als een pantser.
C
Buitenkant. Als een schelp.
D
Buitenkant. Als een huisje.

Slide 36 - Quizvraag


Een zaadplant heeft een kenmerk dat sporenplanten niet hebben:
A
wortels
B
stengels
C
bladeren
D
bloemen

Slide 37 - Quizvraag

wieren hebben:
A
Stengels en bladeren
B
Wortels en bladeren
C
Alleen een stengel
D
geen van allen

Slide 38 - Quizvraag

Op de afbeelding zie je een plant. de plant heeft geen bloemen. wat voor een soort plant is dit?
A
zaadplant
B
sporenplant

Slide 39 - Quizvraag

Is het dier
niet-symmetrisch, tweezijdig symmetrisch of veelzijdig symmetrisch?
A
Niet-symmetrisch
B
Tweezijdig symmetrisch
C
Veelzijdig symmetrisch

Slide 40 - Quizvraag

Zelfstandig werken
Thema ordening
- Opdrachten maken
- Basisstof 3 (mavo4)

Klaar?
- Test jezelf
- Blooket spelen
Zelfstandig werken in stilte
Zelfstandig werken en fluisteren
Zelfstandig werken en overleggen

Slide 41 - Tekstslide

Plantencel
A
B
C
D

Slide 42 - Quizvraag

Schimmelcel
A
B
C
D

Slide 43 - Quizvraag

Bacteriecel
A
B
C
D

Slide 44 - Quizvraag

Dierencel
A
B
C
D

Slide 45 - Quizvraag

Stap 2 
Kijk naar de kenmerken van het organisme

Slide 46 - Tekstslide

Heeft dit dier een skelet? Zo ja; wat voor soort skelet?
A
Nee, geen skelet
B
Ja, een inwendig skelet
C
Ja, een uitwendig skelet
D
Ja, zowel inwendig als uitwendig skelet.

Slide 47 - Quizvraag

Is het dier niet-symmetrisch, tweezijdig symmetrisch of veelzijdig symmetrisch?
A
Niet-symmetrisch.
B
Tweezijdig symmetrisch.
C
Veelzijdig symmetrisch.

Slide 48 - Quizvraag

Het skelet is...
A
Inwendig
B
Uitwendig

Slide 49 - Quizvraag


Een zaadplant heeft een kenmerk dat sporenplanten niet hebben:
A
wortels
B
stengels
C
bladeren
D
bloemen

Slide 50 - Quizvraag

wieren hebben:
A
Stengels en bladeren
B
Wortels en bladeren
C
Alleen een stengel
D
geen van allen

Slide 51 - Quizvraag

Op de afbeelding zie je een plant. de plant heeft geen bloemen. wat voor een soort plant is dit?
A
zaadplant
B
sporenplant

Slide 52 - Quizvraag

Is dit dier symmetrisch?
Zo ja, is het dan 2-zijdig of veelzijdig symmetrisch?
A
niet symmetrisch
B
2-zijdig symmetrisch
C
veelzijdig symmetrisch

Slide 53 - Quizvraag