Concentratie, voorschrift of voorraad

Concentratie, voorschrift of voorraad
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 5 min

Onderdelen in deze les

Concentratie, voorschrift of voorraad

Slide 1 - Tekstslide

Je hebt in een ampul van 2 ml amoxicilline.
A
Voorschrift
B
Concentratie
C
Voorraad

Slide 2 - Quizvraag

Je hebt een ampul met 100 IE/ml insuline.
A
Voorschrift
B
Concentratie
C
Voorraad

Slide 3 - Quizvraag

In het dossier staat dat de zorgvrager 10.000 IE medicijn moet krijgen
A
Voorschrift
B
Concentratie
C
Voorraad

Slide 4 - Quizvraag

Je collega heeft een flacon met 20 ml Pethidine.
A
Voorschrift
B
Concentratie
C
Voorraad

Slide 5 - Quizvraag

Op het ampul staat 10 mg/ml Pethidine.
A
Voorschrift
B
Concentratie
C
Voorraad

Slide 6 - Quizvraag

De zorgvrager krijgt 3 x per dag 40 mg Gentamicine.
A
Voorschrift
B
Concentratie
C
Voorraad

Slide 7 - Quizvraag

Je hebt nog 10 Furosemide tabletten op je karretje liggen.
A
Voorschrift
B
Concentratie
C
Voorraad

Slide 8 - Quizvraag

Je hebt een voorraad tabletten met 20 mg Furosemide op je karretje liggen.
A
Voorschrift
B
Concentratie
C
Voorraad

Slide 9 - Quizvraag

Meneer Dreutel moet 40 IE medicijn per keer krijgen.
A
Voorschrift
B
Concentratie
C
Voorraad

Slide 10 - Quizvraag

Op de flacon Furosemide van jouw zorgvrager 15 ml staat 10 mg/ml
A
Voorschrift
B
Concentratie
C
Voorraad

Slide 11 - Quizvraag

Ik weet nu het verschil tussen voorschrift, voorraad een concentratie?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag