Tijdvak 3 Monniken en ridders 1 HV

Monniken en ridders
Machtige heren, halfvrije boeren
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Monniken en ridders
Machtige heren, halfvrije boeren

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
1. Ik kan uitleggen waarom de boeren in de Middeleeuwen in Europa halfvrij waren
2. Ik kan uitleggen hoe de landbouw was georganiseerd



Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

In het hofstelsel
A
Biedt de heer bescherming aan de horige.
B
Verricht de horige herendiensten.
C
Betaalt de horige met opbrengsten van het land zijn heer
D
Helpt de heer de horige op het land tijdens de oogsttijd

Slide 4 - Quizvraag


Welke zin over het hofstelsel is juist?
A
De onvrijheid van de horigen heette horigheid.
B
Domeinen handelden veel met elkaar.
C
Het hofstelsel was een politiek systeem.
D
Geen van de genoemde zinnen is juist.

Slide 5 - Quizvraag

Alles wat de domein nodig had werd daar ook gemaakt. Hoe heet dit?
A
Autarkie
B
zelfvoorzienend zijn
C
Herendiensten
D
Een domein

Slide 6 - Quizvraag

Hoofdstuk 5 Paragraaf 2 (Geschiedenis Werkplaats) les 6
Monniken en ridders
Europa wordt christelijk

Slide 7 - Tekstslide

Lesdoelen
1. Ik kan uitleggen welke sociale verhoudingen er waren.
2. Ik kan uitleggen hoe edelen en geestelijken samenwerkten.
3. Ik kan uitleggen welke handel er was.


Slide 8 - Tekstslide

Opdrachten
1. Neem de lesdoelen over in jouw schrift.
2. Lees H5 P3 halfvrij t/m Leven op een domein grondig door.
4. Maak WB H5 P1 vraag 4 t/m 10.
5. Beantwoord de lesdoelen in jouw schrift.
6. Maak de quizvragen en de open vraag.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Welke drie standen waren er?
A
geestelijken, adel, soldaten
B
horigen, adel, boeren
C
geestelijken, adel, boeren
D
rijke kooplieden, adel, bisschoppen

Slide 11 - Quizvraag

Welke stand of standen hadden privileges?
A
Boeren
B
Adel en geestelijken
C
Adel
D
Geestelijken

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een standensamenleving?
A
Een samenleving vol gelijkheid
B
Een samenleving die verdeeld was in drie standen
C
Een samenleving die draaide om het geloof
D
Een samenleving die was verdeeld in heel veel standen

Slide 13 - Quizvraag

Beschrijf het hofstelsel in eigen woorden

Slide 14 - Open vraag

Hoofdstuk 5 Paragraaf 3 (Geschiedenis Werkplaats) les 7
Monniken en ridders
De opkomst van de Islam

Slide 15 - Tekstslide

Lesdoelen
1. Ik kan uitgebreid uitleggen hoe de Islam ontstond
2. Ik kan uitgereid uitleggen hoe het Arabische Rijk ontstond



Slide 16 - Tekstslide

Opdrachten
1. Neem de lesdoelen over in jouw schrift.
2. Lees H5 P4 Ontstaan van de Islam t/m Veroveringen grondig door.
3. Bekijk het meegeleverde filmpje.
4. Maak WB H5 P1 vraag 1 t/m 3.
5. Beantwoord de lesdoelen in jouw schrift
6. Maak de quizvragen.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Wat is de juiste chronologie van oud naar meer recent
A
Christendom, Islam, Jodendom
B
Islam, Christendom Jodendom
C
Jodendom, Christendom, Islam
D
Jodendom, Islam, Christendom

Slide 19 - Quizvraag

Wanneer begint de islamitische jaartelling
A
2020 jaar geleden
B
Toen Mohamed verhuisde naar Medina
C
Na het overlijden van de profeet Ibrahim
D
in het jaar 622

Slide 20 - Quizvraag

Een profeet is:
A
iemand die alles weet
B
een volgeling van God
C
een waarzegger
D
een boodschapper van god

Slide 21 - Quizvraag

Hoofdstuk 5 Paragraaf 2 (Geschiedenis Werkplaats) les 8
Monniken en ridders
De opkomst van de Islam

Slide 22 - Tekstslide

Lesdoelen
1. Ik kan uitleggen hoe de cultuur en de samenleving in de Arabische wereld zich ontwikkelden.
2. Ik kan uitleggen hoe de Arabische wetenschap en kunst zich ontwikkelden.


Slide 23 - Tekstslide

Opdrachten
1. Neem de lesdoelen over in jouw schrift.
2. Lees H5 P4 Cultuur en samenleving en Wetenschap en kunst grondig door.
3. Maak WB H5 P1 vraag 4 (boek gebruikt nog een keer 3) t/m 6.
5. Beantwoord de lesdoelen in jouw schrift.
6. Maak de open vragen in lesson-up.


Slide 24 - Tekstslide

Schrijf hier jouw antwoord op van H5 P4 vraag 2a

Slide 25 - Open vraag

Schrijf hier jouw antwoord op van H5 P4 vraag 3c

Slide 26 - Open vraag