module 2 2.4 individueel collectief aanbod

Programma
  • Huiswerk bespreken
  • Uitleg 1.4: totstandkoming aanbodlijn
  • Uiteen in expertgroepjes
  • Opgaven in de hoofdmeet uitleggen aan elkaar
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Programma
  • Huiswerk bespreken
  • Uitleg 1.4: totstandkoming aanbodlijn
  • Uiteen in expertgroepjes
  • Opgaven in de hoofdmeet uitleggen aan elkaar

Slide 1 - Tekstslide

Totstandkoming aanbodlijn
  • We gaan telkens uit van exogene prijs. 
  • Marktsituatie (volkomen concurrentie) met veel aanbieders en vragers
  • Prijs is voor individuele producent een gegeven 

Slide 2 - Tekstslide

maximale winst als:
A
MO=0
B
MO=MK
C
GO=GTK
D
MK=GTK

Slide 3 - Quizvraag

Bij welke productieomvang(q) is de winst maximaal?

Slide 4 - Tekstslide

Bij welke productieomvang is de winst maximaal
A
Q1
B
Qe
C
Q2

Slide 5 - Quizvraag

  • Q1 niet optimaal, hij kan winst vergroten tot aan snijpunt MO = MK
     
  • Q2 niet optimaal, het laatste product heeft hem meer gekost, dan dat het oplevert 

Slide 6 - Tekstslide

Op welke snijpunt(en) kun je het break-evenpunt aflezen?
A
TO = TK
B
GO = GTK
C
TO = TK en GO = GTK

Slide 7 - Quizvraag

Hoe bereken je de winst van een bedrijf?
A
P x Q
B
MO=MK
C
BEO-BEA
D
TO - TK

Slide 8 - Quizvraag

Lesdoelen
Aan het einde van deze les kun je:
- individuele aanbod aflezen
- weet je hoe het collectieve aanbod ontstaat
- kun je het collectieve producentensurplus uitrekenen

Slide 9 - Tekstslide

Hoe hoog is de winst bij Qe?

  • Winst per product (GW) is de verticale afstand tussen GO en GTK

  • TW = GW x Q

Slide 10 - Tekstslide

  • Individuele producent streeft bij iedere prijs (MO) naar aangeboden hoeveelheid (Q) die resulteert in maximale winst (Bij snijpunt MO = MK)
     
  • MK-lijn is dus de aanbodcurve van de producent

Slide 11 - Tekstslide

  • De (individuele) aanbodlijn is het deel van de MK-lijn dat boven de GTK lijn ligt

  •  Met een aanbodcurve kun je bij iedere P aflezen hoeveel stuks er worden aangeboden (geproduceerd)

Slide 12 - Tekstslide

Om de collectieve aanbodlijn uit te rekenen tel je de individuele aanbodlijnen bijelkaar op.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Herhaling consumenten- en producentensurplus
Het consumentensuplus:
(22 - 10) x 2.000 / 2
= € 12.000
Het producentensurplus:
(10 - 3) x 2.000 / 2
= € 7.000
Totaal surplus 12.000 + 
7.000 = €14.000

Slide 15 - Tekstslide

samenvatting

Slide 16 - Tekstslide

De aanbodlijn loopt van linksboven naar rechtsonder.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Wat zou het betekenen voor de vraag- en of aanbodlijn als Nederland stopt met de gaswinning
A
aanbodlijn verschuift naar links
B
aanbodlijn verschuift naar rechts
C
vraaglijn verschuift naar links
D
vraaglijn verschuift naar rechts

Slide 18 - Quizvraag

Dit is een?
A
formule voor een vraaglijn
B
formule voor een aanbodlijn
C
geen van beide

Slide 19 - Quizvraag

Dit is een voorbeeld van een?
A
aanbodlijn
B
geen van beide
C
vraaglijn

Slide 20 - Quizvraag

Inkopen van grondstoffen wordt goedkoper. Wat gebeurt er met de aanbodlijn?
A
die schuift naar rechts
B
die schuift naar links
C
er komt een ander punt op de aanbodlijn tot stand
D
er verandert niets.

Slide 21 - Quizvraag


A

Slide 22 - Quizvraag

9. Als een aantal wasmachine aanbieders failliet gaat dan...
A
Verschuift de aanbodlijn van wasmachines naar links
B
Verschuift de aanbodlijn van wasmachines naar rechts
C
Verschuift de vraaglijn van wasmachines naar links
D
Verschuift de vraaglijn van wasmachines naar rechts

Slide 23 - Quizvraag

Welke kleur heeft het producentensurplus?
A
Groen
B
Blauw
C
Rood
D
Geel

Slide 24 - Quizvraag

als de prijs in euro's luidt dan is het producentensurplus in euro's:
A
12.000
B
6.000
C
4.000
D
2.000

Slide 25 - Quizvraag

Huiswerk
Module 2 hoofdstuk 2 - vraag 27 t/m 36

Slide 26 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van deze les kun je het individuele aanbod aflezen, weet je hoe het collectieve aanbod ontstaat en kun je het collectieve producenten surplus uitrekenen.

Slide 27 - Tekstslide

In welke mate zijn de lesdoelen behaalt?
0100

Slide 28 - Poll

Zijn er nog vragen en/of onduidelijkheden?

Slide 29 - Open vraag

Slide 30 - Video

Slide 31 - Video

Slide 32 - Video