Hoofdstuk 2, paragraaf 4 en 5

Producentensurplus en aanbodlijn
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Producentensurplus en aanbodlijn

Slide 1 - Tekstslide

Vaste kosten
Variabele kosten
Gemiddelde totale kosten
Marginale kosten
Totale kosten
De kosten per geproduceerde eenheid.
Kosten die niet variëren met de productieomvang.
Som van de vaste kosten en de variabele kosten.
Kosten die variëren met de productieomvang
Een toename van totale kosten als gevolg van de productie van een extra eenheid.

Slide 2 - Sleepvraag

Gegeven is de volgende kostenfunctie: TK = 1,5q² + 500. Wat zijn de marginale kosten van het 10e product wat geproduceerd wordt?

Slide 3 - Open vraag

Aanbodlijn 
De collectieve aanbodlijn of collectieve aanbodcurve geeft het verband aan tussen de prijs en de aangeboden hoeveelheid van een product van de gezamenlijke aanbieders.

Het collectieve aanbod is gelijk aan de optelsom van wat alle individuele producenten aanbieden.

Slide 4 - Tekstslide

Hoe hoger de prijs, hoe ..... het aanbod
A
Hoger
B
Lager

Slide 5 - Quizvraag

Aanbodlijn (Qa)
Hoe lager de prijs... hoe lager het aanbod
Hoe hoger de prijs... dan hoger het aanbod

Als de prijs verandert is er dus vanuit de aanbodlijn af te lezen, wat er met het aanbod gebeurt

Slide 6 - Tekstslide

Producentensurplus
Verschil tussen de prijs en de marginale kosten

Stel, de prijs van een product is €10, terwijl het maken van het 4e product €5,- kost. De winst op dat product is €5,- = producentensurplus

Slide 7 - Tekstslide

Verschil tussen P en MK
Oppervlakte driehoek:

(30-10) x 50 / 2 = €500,-

Slide 8 - Tekstslide

MK = individuele aanbodlijn. 
Bij iedere prijs geeft de MK lijn het aantal producten weer dat de producent zal aanbieden.

Slide 9 - Tekstslide

Van MK naar Qa
Aanbieders willen maximale winst, dus geldt MO = MK

Bij iedere prijs geeft de MK lijn de productie weer die maximale winst geeft. Dus: P = MO = MK

Slide 10 - Tekstslide

Individuele aanbieders kiezen de hoeveelheid waar geldt: P = MO = MK

Slide 11 - Tekstslide

Stel dat MK = 4Q + 12 
Iedere aanbieder heeft deze MK functie. Er zijn 20 aanbieders. 
Maximale winst bij P = MO = MK
P = 4q + 12
P-12 = 4q
0,25p - 3 = Qa individueel
Totaal aanbod = (0,25p - 3) x 20
Qa = 5P - 60


Slide 12 - Tekstslide

Opdrachten
Paragraaf 5: Theorie producentensurplus lezen, pagina 67 en 68, maken vraag 5

Paragraaf 6: vraag 2,4,5

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video